Nederlanders ontkennen elke betrokkenheid bij plofkraak: “Geen bewijs koevoet gehanteerd”

De plofkraak op het bpost-kantoor aan de Leuvensesteenweg in Zaventem vond omstreeks 04.30 uur in de ochtend plaats. Minstens twee maar vermoedelijk drie daders kwamen toen aangereden in een zwarte VW Golf. Twee van hen drongen het kantoor binnen met een koevoet, een voorhamer, en gasflessen. Via slangen pompten ze de bankautomaat vol gas, waarna ze dat gas van buitenaf tot ontploffing brachten. De explosie veroorzaakte een hevige brand en een ware ravage in het kantoor. De bankautomaat en een deel van de zijmuur van het gebouw waren weggeblazen, en het plafond stortte in. De daders gingen er vandoor met een aantal geldkoffers, waarin zo’n 363.000 euro zat. Volgens bpost waren wel alle inktpatronen afgegaan toen de geldkoffers verwijderd werden, waardoor het geld onbruikbaar werd.

“In het kantoor vonden we een koevoet en een veiligheidsbril terug, en camerabeelden uit de omgeving toonden aan dat de daders vlakbij een slagboom van een bedrijventerrein hadden geforceerd”, zei parketmagistraat Gilles Blondeau woensdag. “Op die koevoet en die slagboom vonden we telkens een gemengd DNA-profiel, met telkens één dominant profiel.” Die profielen bleken toe te behoren aan twee Nederlandse mannen, O.C. en C.K., die in het najaar van 2020 konden opgepakt worden. Bij een huiszoeking bij O.C. troffen speurders een laptop aan met zoekopdrachten over plofkraken en gasflessen, en verschillende gsm-toestellen. Op één daarvan stond een lijst met adressen van bpost-kantoren in Wallonië. O.C. wordt ook in Duitsland verdacht van betrokkenheid bij een andere plofkraak.

Het parket vorderde gevangenisstraffen van 6 jaar tegen beide verdachten, maar hun advocaten vroegen de vrijspraak. “Het enige bewijselement waarover het parket beschikt, is het DNA van mijn cliënt, dat zou zijn aangetroffen op die slagboom”, pleitte de meester Anthony Mallego voor C.K. “Maar er is nooit enige tegenexpertise uitgevoerd kunnen worden op dat spoor. Verder is er niets dat in zijn richting wijst, hij is nooit in de omgeving gesignaleerd geweest, een huiszoeking leverde niets op en de tweede verdachte kent hij niet.” Ook meester Rik Vanreusel, de advocaat van tweede verdachte O.C., trok de bewijswaarde van het DNA-spoor in twijfel: “Het enige dat we weten, is dat zijn DNA op die koevoet zit. Dat bewijst niet dat hij die koevoet gehanteerd heeft tijdens die plofkraak of dat hij aanwezig was bij die plofkraak. Aangezien het om een mengprofiel gaat, is het duidelijk dat ook andere mensen die koevoet hebben aangeraakt. Mijn cliënt geeft toe dat hij in Nederland deel uitmaakt van een bende inbrekers, die een gezamenlijke opslagplaats voor hun materiaal hebben. Waarschijnlijk heeft hij die koevoet daar in handen gehad.” De rechtbank spreekt zich uit op 15 februari.