1 op 3 Zaventemse kleuters kampt met taalachterstand: “Meer geld vrijmaken voor taalproject Babbelaars”

In Vlaanderen moeten kinderen van de derde kleuterklas sinds dit schooljaar een zogenaamde Koalatest afleggen. Met die test, die ontwikkeld is door onderzoekers van de KU Leuven, wordt eventuele taalachterstand bij kleuters opgespoord alvorens ze naar het eerste leerjaar gaan. Ook in de Zaventemse scholen werden de kinderen van de derde kleuterklas aan zo’n taaltest onderworpen. Daarbij moesten ze doe-, zoek- en kiesopdrachten uitvoeren, zonder dat ze doorhadden dat ze eigenlijk een test aan het afleggen waren. Nadien werden de kleuters ingedeeld in drie kleurengroepen: groen voor wie het Nederlands goed beheerst, oranje voor wie extra ondersteuning nodig heeft en rood voor wie intensief begeleid moet worden.

In Zaventem werd de test bij 273 kleuters afgenomen. 70 procent van de kinderen scoorde ‘groen’, terwijl de overige 30 procent met taalachterstand kampt. Daarvan heeft 19 procent nood aan extra begeleiding (oranje score) en 9,5 procent aan intensieve, individuele begeleiding (rode score). Zeven onder hen kampen met een effectief vastgestelde taalontwikkelingsstoornis. Ter vergelijking: uit een representatieve steekproef blijkt dat in de Vlaamse Rand gemiddeld 78 procent een groene, 17 procent een oranje en 5 procent een rode score behaalt.

“Het resultaat van de Koalatest is eigenlijk niet echt een verrassing voor ons”, zegt onderwijsschepen Dirk Philips (Open Vld), die de resultaten tijdens de gemeenteraad bekendmaakte nadat CD&V-raadslid Lukas Schillebeeckx ze opgevraagd had. “We wisten namelijk al langer dat heel wat kinderen thuis geen Nederlands spreken. En dat blijkt ook uit de cijfers, want van de 82 kinderen met taalachterstand spreken er 75 thuis een andere taal. Als gemeente hebben we enkele jaren geleden om die reden het project ‘Babbelaars’ in onze drie gemeentescholen opgestart. Vrijwilligers komen kleuterjuffen helpen door kleuters met taalachterstand al spelenderwijs kennis te laten maken met het Nederlands. Door het coronavirus lag dat project echter twee jaar lang stil. We mogen hier zeker niet alles op steken, maar het spreekt voor zich dat dit nefast was voor de kinderen die met taalachterstand kampen.”

_{(Lees verder onder de foto)}

“De resultaten van de afgenomen testen tonen zwart op wit aan wat we al vreesden: de taalachterstand is groot”, vindt ook Lukas Schillebeeckx. “Op korte termijn moeten we bekijken of we tijdens de budgetbespreking van 2023 ruimte kunnen creëren om het huidige Babbelaars-project uit te breiden naar alle Zaventemse kleuterscholen. Hiervoor hebben we ook nood aan extra vrijwilligers. Op lange termijn moeten we meer middelen vrijmaken om taalinitiatieven te ondersteunen.”

Schepen Philips is alvast bereid om meer budget vrij te maken voor het Babbelaars-project. “Op die manier kunnen we het uitbreiden naar alle Zaventemse scholen én kunnen we extra vrijwilligers ‘aanwerven’. Na de coronapauze zijn we trouwens weer gestart met het project, al staat het momenteel nog op een laag pitje. Na de paasvakantie hopen we opnieuw meer vrijwilligers in te kunnen zetten. Een serviceclub liet ons inmiddels al weten dat de leden het project financieel willen steunen. Hiermee kunnen we extra werkmateriaal aankopen.”

“Het is wel belangrijk om het goede en harde werk van onze kleuterleerkrachten te erkennen, maar ze kunnen die taalachterstand onmogelijk alleen wegwerken aangezien ze beperkt zijn in hun mogelijkheden”, aldus nog Philips en Schillebeeckx. “Taalachterstand is een ruimer maatschappelijk probleem dat op diverse fronten moet aangepakt worden. We moeten hier met z’n alle onze schouders onder zetten en onze verantwoordelijkheid opnemen.”