Medaillehoop Bart Swings vertrokken naar Peking voor Winterspelen: “Er ligt wel wat druk op”

Net als voor Tokio 2020 reizen de Belgen in gespreide slagorde naar Peking. Op Schiphol was het gisteren de beurt aan de drie snelschaatsers — Bart Swings, Sandrine Tas en Mathias Vosté — en twee shorttrackers, broer en zus Stijn en Hanne Desmet. Zaterdag vliegt een tweede deel vanuit Brussel en Zürich. Skiërs Sam Maes en Dries Van Den Broecke zijn de allerlaatsten: zij vertrekken op 4 februari, de dag van de openingsceremonie in het Vogelnest.

Net als in 2018, waar hij het zilver greep op de massastart, stak Swings een nieuw schaatspak in z’n koffer, dat de Belgische fabrikant Bioracer ontwikkelde na een hele reeks testen in de windtunnel. De stof zou tien keer gladder zijn, cruciale naden zijn gelast en niet gestikt, en ook aan de aerodynamica van de kap is geschaafd — alles om zo snel mogelijk over het ijs te flitsen.

Dat zal nodig zijn, want Europees kampioen Bart Swings heeft zijn zinnen gezet op goud, zo herhaalde hij gisteren: “Ik stap ontspannen op het vliegtuig maar ik trek wel naar Peking om te presteren. Ik voel me goed en dat wil ik daar tonen. Op de massastart, maar zeker ook op de 5.000m.” De nodige PCR-testen had de 30-jarige student burgerlijk ingenieur al afgelegd. Hij kon dus met een gerust hart inchecken.

Wat niét in z’n valies zat, was de kleding van Peak, officiële partner van het BOIC. Pas in Peking krijgen de atleten hun volledige outfit om de koude temperaturen te trotseren. “Dat is vooral ecologisch ingegeven”, legt woordvoerder Matthias Van Baelen uit. “Peak is een Chinees bedrijf. Het zou dwaas zijn om die naar België te laten overbrengen en te verdelen om dan weer in de koffer te steken richting China.” Het ontwerp voor Peking 2022 ligt in dezelfde lijn als Tokio 2020 — het zijn dan ook herwerkte designs van de hand van ex-snelschaatsster Jelena Peeters. Alleen is het grijs van Tokio ingeruild voor zwart en is ook het rood meer aanwezig.

In Peking worden de Belgen opgewacht door Gert van Looy, Games Manager voor Team Belgium. Hij begon dinsdag al met alles te installeren in het olympisch dorp, wat ook voor hem een kennismaking was. Ongebruikelijk, want meestal gaan leden van Team Belgium eerder op inspectie. “Maar nu kon dat niet, door de coronamaatregelen. Alleen skeletoni Kim Meylemans en de twee bobsleesters waren in oktober voor het test event in China. Zij gaven veel info door.”

Goedkoop was dat niet. Het transport van hun bobslee alleen al kostte zo’n 30.000 euro. De prijzen voor tickets — en ook voor de vrachtvluchten naar China — gingen ook maal drie, zo zegt CEO Philippe Vander Putten, die na Peking 2022 wordt opgevolgd door Cédric Van Branteghem. “Normaal kost zo’n ticket 850 euro, nu ligt het tussen 3.000 à 3.500 euro. Dus om de voltallige delegatie in Peking te krijgen, ben je al 130.000 euro kwijt. Maar ik snap wel waarom het zo duur is. In Europa zijn er twee ‘hubs’: Amsterdam en Zürich. Alleen geaccrediteerden voor de Winterspelen mogen op de vlucht. Dus die vliegtuigen moeten leeg terugkeren ofwel daar drie weken stilstaan.”

Uiteraard was het budget voor Tokio veel omvangrijker dan voor Peking — in Japan traden tenslotte 121 Belgische atleten aan — maar gemiddeld genomen zijn de Winterspelen duurder. “Tot veertig procent meer per atleet”, aldus Vander Putten. “Omdat je nog altijd voldoende mensen uit de omkadering moet sturen, zoals dokters, kinesisten, trainers... terwijl er minder atleten zijn.”

Negentien in totaal. Slechts ééntje is er echt medaillekandidaat: Bart Swings.

Lees ook. 

Team Belgium in Peking: de Belgische atleten op de Winterspelen voorgesteld

Bart Swings kroont zich tot Europees kampioen op de massastart