Jasper Stuyven ziet coronasituatie somber in: “Ik vrees voor de Vlaamse klassiekers”

“Geen publiek? Serieus? Daar heb ik niks van gemerkt”, zei Jasper Stuyven. De maatregel om toeschouwers bij de start van elke rit in Parijs-Nice op honderd meter van het podium te houden, en op driehonderd meter bij de finish, werd pas afgekondigd toen het peloton gisteren al duchtig aan het koersen was. En wanneer je zoals Stuyven op volle kracht voor de rit­zege sprint, heb je ongetwijfeld niet veel oog voor het publiek.

Derde, daar was Stuyven niet helemaal blij mee. Maar wat hem en bij uitbreiding het hele peloton meer zorgen baart, is hoe lang de coureurs nog kunnen blijven koersen. In Parijs-Nice, maar ook in de races die daarna komen. En dan hebben we het over de Vlaamse eendagskoersen, te beginnen met Nokere Koerse op woensdag 18 maart. En alles wat daarna komt: Bredene Koksijde Classic (20 maart), Driedaagse De Panne (25 maart), E3 Harelbeke (27 maart), Gent-­Wevelgem (29 maart) en Dwars door Vlaanderen (1 april). En dan zijn we bij de Ronde van Vlaanderen (5 april).

Stuyven: “Ze zeggen dat het nog acht dagen is tot we in België gaan koersen. Maar tegen die tijd kan het ook in België helemaal ontploffen. Organisatoren kunnen wel maatregelen nemen, maar tegelijk verspreidt het virus zich exponentieel. Ik vrees dat dit ook de Vlaamse klassiekers gaat raken.”

De Franse maatregel om manifestaties met meer dan 1.000 mensen ­achter gesloten deuren te houden, geldt voor de komende twee weken. Die maatregel liet zich gisteren voor het eerst ook gevoelen in Parijs-Nice. Tot nader order gaat de race gewoon verder. Maar hoe lang nog? “Als je rondvraagt in het peloton, gaat ­negentig procent ervan uit dat we niet tot in Nice geraken”, zegt ­Stuyven. “Misschien is deze nieuwe maatregel een volgende stap in de richting.”

Het cliché dat renners het van dag tot dag bekijken, klonk gisteren luider dan anders. Stuyven rekent zich bij de negentig procent die gelooft dat ­Parijs-Nice vroegtijdig wordt beëindigd. Zelf haalt hij Nice zeker, zegt hij, vroeger of later. Van Nice is het namelijk nog maar dik twintig kilometer meer tot Monaco, waar Stuyven sinds september vorig jaar een appartement huurt.

Hij was er vorige week nog en hij nam toen al zijn voorzorgen. “Ik ga niet buiten als het niet moet. In plaats van te gaan lunchen, maak ik mijn eten thuis wel. Vorige week nog werd iemand uit ons appartementsblok gehaald uit vrees voor een coronabesmetting. Het bleek vals alarm. Ik denk: als het komt, dan komt het. Panisch word ik er niet van.”

Steven de Jongh, de Nederlandse ploegleider van Stuyven, ­twijfelt. “Laten we hopen dat we verder kunnen. Als ze zeggen dat we moeten stoppen, dan stoppen we. We moeten niet naïef denken dat het virus zich hier niet meer verspreid. Ik vrees ook dat meer wedstrijden worden gecanceld. In het Vlaamse voorjaar ook. Ik zie het somber in.”