Waarom vliegen er plots zoveel lieveheersbeestjes rond?

In de afgelopen dagen is het ongetwijfeld veel mensen opgevallen. Zo gauw de zon schijnt vliegen er heel wat lieveheersbeestjes rond om vervolgens op een gevel te gaan zitten waar de zon op schijnt of die licht van kleur is. Hierdoor moeten niet enkel huizen en hoge gebouwen eraan geloven, maar ook bomen zoals de berk. Eenmaal geland trekken ze zich terug in kieren en gaatjes of tussen de schors. Soms zie je er enkelen, andere keren gaat het om grote groepen van tientallen of zelfs honderden lieveheersbeestjes. Het doel van deze volksverhuis onder de lieveheersbeestjes is dan ook om een geschikte plek te zoeken om te overwinteren.

Dit fenomeen is niet enkel een gevolg van mooie nazomerdagen in oktober, maar ook van het type lieveheersbeestje. Want het gaat hier om een exotische soort die vroeger niet voorkwam in België: het veelkleurige Aziatische lieveheersbeestje (Harmonia axyridis). Op basis van de kleur en stippen zal je het verschil niet zien met een Europees lieveheersbeestje. Maar ze zijn wel groter, met een lengte van een halve centimeter of meer, en hebben een deukje in hun dekschild.

De reden dat we in de afgelopen jaren steeds vaker het Aziatisch lieveheersbeestje massaal onze huizen zien binnentrekken, heeft te maken met het feit dat lieveheersbeestjes nuttige dieren zijn. Je kan ze namelijk gebruiken voor de bestrijding van insecten zoals bladluizen. Daarom heeft men ze in de jaren 90 ingevoerd als biologisch wapen in de serres. Helaas zijn er enkele exemplaren ontsnapt die zich vervolgens in onze natuur hebben weten te vestigen. De kalkrotsen waar ze normaal in overwinteren hebben ze ingeruild voor onze gebouwen. Een succesvolle strategie, want ze hebben zich al verspreid over heel West-Europa. Op zich geen groot probleem op één detail na: ze eten ook de larven van hun kleinere inheemse soortgenoten. Ondertussen is het gebruik van dit dier verboden, maar het kwaad is al geschied.

Eenmaal het Aziatische lieveheersbeestje binnenzit, zal het zich het grootste deel van de resterende herfst en de winter stil houden. Eten doen ze niet tijdens deze periode. Je zal er dus weinig last van hebben. Al kunnen grote groepen soms met hun uitwerpselen de boel wat bevuilen. Rond de start van de lente worden ze weer actief en verlaten hun schuilplaats. Heb je ze toch liever niet in huis, dan is voorkomen beter dan genezen. Zorg dat ze niet via kieren of openstaande deuren en ramen het huis binnengeraken. Is hen dat toch gelukt en vind je ze hinderlijk of ben je er allergisch voor, dan kan je ze vangen en op een diervriendelijke manier terug buitenzetten.