IOK investeert 4,3 miljoen euro om afval in de grond te steken (in containers)

Over heel Vlaanderen neemt de vraag naar ondergrondse afvalcontainers toe. Verschillende gemeenten integreren het ook al een hele tijd in de plannen wanneer straten of pleinen heraangelegd worden. In de Kempen zijn er momenteel zo’n honderd geïnstalleerd, maar daar komen er nu maar liefst driehonderd bij. “De containers zijn vooral in stads- en dorpscentra ideaal om de selectieve inzameling gemakkelijker en vooral properder te organiseren”, zegt minister van Omgeving Koen Van den Heuvel (CD&V). De eerste containers werden in 2014 geplaatst in Mol. Het ging toen om zes exemplaren. Ondertussen staan ze al op meer dan veertig locaties.

De vraag naar ondergrondse afvalcontainers is de laatste jaren alsmaar meer in stijgende lijn, omdat er onder andere meer wooneenheden in de centra, meer assistentiewoningen en sociale woningen worden geplaatst. Maar ook omdat overal in Vlaanderen wordt gekeken naar efficiënt ruimtegebruik. Wat in de grond gaat, neemt bovengronds veel minder ruimte in. “De containers hebben niet de bedoeling om het huis-aan-huis ophalen van restafval of PMD te vervangen”, klinkt het bij de minister. “Zo is het voor bewoners van appartementen bijvoorbeeld een pak gemakkelijker om het in een ondergrondse container te gooien in plaats van in het eigen appartement. Voor de ondergrondse containers geldt ook nog altijd het principe van de vervuiler betaalt. Ze zijn dus ook uitgerust met een identificatiesysteem en de bewoners krijgen een badge waarmee de betalingen geregeld worden.”

De totale investering van 4,3 miljoen euro gaat naar alles samen 270 containers: 150 voor restafval, 40 voor PMD, 60 voor papier en karton, één voor GFT en negentien voor glas. De overige dertig zijn glascontainers die ook onder de grond gaan, maar zonder identificatiesysteem. Gilles Bultinck (CD&V), burgemeester van Vosselaar, is zelf hevige voorstander van het project zoals aan Bolk in zijn gemeente. “Bij grotere woonprojecten zien we dat afvalcontainers op de dag van ophaling het straatbeeld ontsieren. Daar komt nog bij dat men per wooneenheid drie verschillende containers kan hebben, voor de fracties restafval, gft en papier en karton. Het is haast onmogelijk om al deze containers deftig en zonder geuroverlast te stallen. Daarom zijn de ondergrondse inzamelpunten niet alleen properder, maar ook ruimtebesparend. Dit draagt bij tot meer woonkwaliteit en een aangenamer straatbeeld.”