De 66-jarige Jan S. uit Nijlen liep op 18 juni 2018 tegen de lamp op de Lierse Steenweg in Grobbendonk. Op basis van trajectcontrole bleek dat hij gemiddeld 84 kilometer per uur had gereden in plaats van de maximum toegestane 70 kilometer per uur. Het leverde hem een boete van 120 euro op, maar die weigerde hij te betalen. Omdat trajectcontrole discriminerend is volgens de man. “Het systeem is alleen effectief op een stuk weg waar iedereen dient te passeren. Iemand die vijftig meter voorbij de eerste camera woont en vertrekt aan 120 kilometer per uur, krijgt geen boete”, pleitte zijn advocaat vorige maand. “Hetzelfde geldt voor iemand die 120 per uur rijdt, maar even halt houdt aan de binnenspeeltuin langs de Lierse Steenweg. Ook die komt ervan af zonder boete.”

Tweede reden voor de discriminatie volgens de Nijlenaar: motorrijders worden niet geregistreerd als ze te snel rijden. “De camera’s registreren alleen de nummerplaten aan de voorkant van de auto. Daardoor kunnen alleen autobestuurders beboet worden, maar geen motorrijders.”

De bestuurder riep artikel 11 van de Grondwet in om aan de boete te ontsnappen. Dat artikel bepaalt dat er niet gediscrimineerd mag worden op de rechten en vrijheden die aan Belgen zijn toegekend. “Maar beklaagde kan zich bezwaarlijk beroepen op het feit dat hij zou worden gediscrimineerd aangezien hij noch enig ander bestuurder over het recht of de vrijheid zou beschikken om (ongestraft) te snel te rijden en dus een misdrijf te mogen plegen”, oordeelt de rechter.

De rechtbank merkt ook op dat iedere bestuurder die in dezelfde omstandigheden als de Nijlenaar de trajectcontrole passeert - met een personenwagen en zonder tussentijds te stoppen - zonder uitzondering zal worden geregistreerd en geverbaliseerd. “Er is dus geen sprake van enige discriminatie.”

De bestuurder moet nu niet alleen zijn boete betalen, maar ook de kosten van het proces.