De eerste keer dat de motor van de opmerkelijke oldtimer draaide was op 27 maart 1985. “Toenmalig technisch coördinator Marcel Dewanckel had samen met zijn leerlingen drie jaar aan de replica gewerkt en reed er toen toertjes mee op de speelplaats van de school”, legt Ward Dewilde van het VTI uit. “Een jaar later was de auto te bewonderen op het Autosalon in Brussel, waarna hij verschillende musea aandeed. Nadien raakte de auto in de vergetelheid. Tot we op school een mailtje kregen van Marcel, die zich afvroeg wat er met zijn auto gebeurd was. Bleek dat die stof stond te vergaren in onze schuur. Mede dankzij de inspanningen van Anne-Marie Geeroms en mechanicaleerkracht Erwin Soenens is het stukje erfgoed nu in ere hersteld.”

Op 11 april 2019, na 25 jaar stilstand, kwam de oude viertaktmotor opnieuw tot leven in het VTI. “We vreesden problemen omdat we de precieze samenstelling van de benzine die in 1985 gebruikt was niet kenden, maar die vrees was ongegrond”, vertelt Erwin Soenens. “Tot onze verbazing bleek de motor prima te draaien op gewone hedendaagse benzine. De meest voor de hand liggende verklaring daarvoor is dat de benzine vandaag veel zuiverder is dan 35 jaar geleden.”

Rijden zat er zondag om praktische redenen niet in, maar Marcel ging met veel plezier even achter het stuur zitten in het koetshuis van Huis Mulle. “Deze wagen hoort hier thuis. Het is dan wel geen koets, maar het is wel de opvolger ervan. Een fantastische eer dat we dit nog mogen meemaken.”