Quinten Hermans pakte tiende plaats in Boom: “Nog veel werk, podium is voor na Nieuwjaar”

Hermans is nog altijd aan het opbouwen. Op het moment dat de meeste collega’s volop aan het voorbereiden waren op het crossseizoen, kwam hij ten val in de Dauphiné en zorgde een infectie voor extra leed. Het was al een half wonder dat hij half oktober aan de start van de Terrilcross in Beringen stond. “Ik draag nog altijd de gevolgen van de gestoorde voorbereiding. Ik verloor vijf weken en die been je niet in een een-twee-drie bij. Er ligt nog veel werk op de plank, maar intussen zijn er ook wedstrijden. Vorig weekend had ik een goed gevoel na de vijfde plaats in Kortrijk en de zevende plaats in de eerste wereldbeker. Daarna volgde er een stevige trainingsweek. Ik wist dat het in Boom minder zou zijn.” 

De noeste arbeid van vorige week was de laatste intensieve trainingsperiode op weg naar de stevig bezette decembermaand. Zelfs na het wegvallen van onder meer Zonhoven en Diegem, staan er tot en met nieuwjaarsdag nog acht crossen op het programma. “Dat is niet anders dan de andere jaren, behalve dan dat ik nog altijd op zoek ben naar de beste benen. Ik maak me geen illusies: als ik wil pieken, zal het voor na Nieuwjaar zijn. Ik wil heel graag weer meedoen voor de prijzen, maar ik besef dat ik daarvoor nog niet klaar ben. Na het BK trek ik op stage naar het Zuiden. Met de wegploeg, want 2021 moet dan echt het seizoen worden waarin ik mijn wegcampagne kan lanceren. Dat wordt een kopie van 2020, maar dan liefst in een logische kalender.”

Hermans verklapt ook dat hij volgend jaar waarschijnlijk een eerste keer aan de start staat van een grote ronde. “Dat kan, nu we promoveren naar de WorldTour. We hebben woensdag een bespreking met de ploeg en daar worden de programma’s bepaald. Ik heb al laten weten dat mijn voorkeur uitgaat naar de Giro. Dat lijkt mij de ideale start voor het echte rondewerk.”