Michiel L’Eau gaat op zoek naar eerste pistemedaille: “Eens het podium halen zou fantastisch zijn”

Met een zestiende plaats in het BK puntenkoers begon L’Eau matig aan de Belgische pistekampioenschappen. In de afvalling deed hij wel mee voor de medailles. Hij werd vierde. Vorige zondag nam hij deel aan het BK omnium. Hij sloot de vierkamp als zevende af. “In het omnium was mijn afvalling niet goed, daar heb ik het verknald”, zucht L’Eau. “In de andere drie nummers ging het wel goed.”

Hij begon met een negende plaats in de scratch, het openingsnummer. Daarna werd hij zesde in de temporonden. In de afvalling werd hij pas veertiende. De afsluitende puntenrit sprokkelde hij zeven punten. Slechts vier renners deden beter. Waardoor hij net onder de mannen die om de medailles streden afsloot. De junior van Debondt Veranda’s kijkt vooral uit naar de ploegkoers. Hij vond Stian Van Oudenhove bereid met hem te koersen. “Inderdaad, we zijn een beetje dezelfde types”, gaat L’Eau verder. “Ik denk dat het moet lukken om een goeie ploegkoers te rijden. Ik hoop dat de titelstrijd met winstronden wordt beslecht. Als enkel de punten van de tussenspurten beslissend zijn, wordt het voor ons moeilijk. Ik vermoed dat Jasper Bertels-Inias Leten en Milan Van den Haute-Steffen De Schuyteneer de voornaamste kanshebbers zijn. Ik denk dat ze wel eens naar elkaar zullen zitten kijken. Daar moeten we proberen van profiteren.”

Zeven ploegen schreven voor deze titelstrijd in. Yorick Slaets-Jarne Jonckheere, Stan Dens-Liam Van Bylen, Tom Crabbé-Basiel Baert en Emilio Criel-Tanghi Govaert zijn de andere koppels. Een medaille zou de pistewinter van Michiel L’Eau opfleuren. “Dat zou fantastisch zijn”, beseft L’Eau. “Zeker in vergelijking met wat ik twee jaar terug bij de nieuwelingen tijdens deze kampioenschappen presteerde. Toen eindigde ik overal achteraan in de top tien. Inderdaad, ik heb anders en beter getraind. Eigenlijk heeft de lockdown mij goed gedaan. Ik moest niet veel naar school. Het maakte mij gemakkelijker om op eigen tempo te groeien. En ik kon ook meer kwaliteit in mijn trainingen steken.”

Lees ook: meer wielrennen