Mathias Smet (Svelta Melsele) bereidt zich voor op hevige degradatiestrijd: “Slechts sporadisch een resultaat neerzetten kunnen we ons niet meer permitteren”

Met nog veertien wedstrijden te gaan, gaapt er een kloof van amper acht punten tussen het nummer tien en het nummer zestien in de stand. Van middenmoter Wolvertem Merchtem tot staartploeg Rhodienne: in de rechterkolom zijn de kaarten allesbehalve geschud. Quasi niemand heeft het degradatiespook reeds afgeschud.  

Allerminst Svelta Melsele, de op één na laatste. Vier punten onder de streep, slechts een puntje meer dan de hekkensluiter. Mathias Smet maakt zich op voor een hevige strijd degradatiestrijd. “Het wordt spannend tot het einde,” beseft de Svelta-coach. “Iedereen die daar nu staat, weet waaraan zich te verwachten. Je merkt vaak dat ploegen in de situatie, met het mes op de keel, op wilskracht plots toch punten pakken. Daar verwacht ik me ook aan, dus ik weet dat wij hetzelfde zullen moeten doen.”

Geen sinecure. Voor Nieuwjaar slaagde Svelta er slechts één keer in om meerdere wedstrijden op rij punten te pakken - zeven op negen tegen, Wolvertem, Anzegem en Rhodienne. “We moeten een constante krijgen in onze resultaten. Sporadisch een paar punten pakken, kunnen wij ons niet meer permitteren. Zo’n één op twaalf, zoals vlak voor de winterstop, kan ons de das om doen.”

Svelta heeft het voordeel van de duidelijkheid. “We hebben slechts één ambitie: het behoud, verder hoeven wij niet te kijken. Pas als we daarin slagen, hoop ik dat we ons in de zomer kunnen versterken en onze kern kunnen uitbreiden.” 

Want, zo beseft Smet, het voordeel van een uitvoerig gestoffeerde spelersgroep is in de huidige pandemie niet te onderschatten. “De ploeg die de komende maanden het minst gehavend wordt door Covid, zal daar een groot voordeel uithalen. Wij hebben een kleine kern, dus bij vier of vijf besmettingen komen we écht in de problemen.”

Toch pikte Svelta Melsele geen winterkoopjes op, in tegenstelling tot enkele concurrenten. Een bewuste keuze, zo blijkt. “Wij geloven dat we de degradatie met het huidige spelersmateriaal kunnen vermijden. Bovendien komen er enkele jongens terug uit blessure, wat de onderlinge concurrentie voort aanscherpt.”

“Wat onze concurrenten betreft: als je spelers moet halen in de winterstop, is dat nooit een goed teken. Dat betekent dat je niet meer tevreden bent van je huidige groep of dat je onder de verwachtingen presteert. En laten we eerlijk zijn: wintertransfers zijn steevast een gok. Dat zijn vaak jongens die geblesseerd waren of amper gespeeld hebben, dus een garantie op een versterking is dat nooit. Ik wil andere ploegen hun rekening niet maken, maar als coach van Svelta Melsele stond ik niet te springen om er jongens bij te halen.”

Dat betekent natuurlijk niet dat Smet geen werkpunten noteerde in de huidige spelerskern. Kan ook niet anders, gezien de sportieve situatie. Zowel offensief als defensief moet Svelta de komende maanden stappen zetten. “Onze efficiëntie in beide rechthoeken zal beter moeten”, besluit Smet. 

“De kansen die we krijgen, moeten we afwerken, wat onder meer tegen Lebbeke, Lochristi en Hamme onvoldoende lukte. Maar bovenal slikken wij te veel doelpunten, daar hoeven we niet onnozel over te doen. Dat moet ons hoofddoel zijn: minder weggeven en minder tegentreffers incasseren. Elke wedstrijd twee doelpunten nodig hebben om te kunnen winnen, zou onnodig moeten zijn.”

Lees ook: meer voetbal in 3NA