Maaseik-manager Dieter Leenders is blij dat er weer volk op de tribunes zit: “Vijftig of vijfhonderd, vooral opgelucht dat het weer kan”

“Opgelucht? Zeg dat wel. Niet dat het water aan onze lippen stond, maar sport is beleving en bij beleving horen toeschouwers, supporters die mee die beleving bepalen. Ik ben vooral tevreden dat we ons product opnieuw kunnen aanbieden. Aan de supporters en aan de sponsors. We leggen nu de basis voor de toekomst en ja, als het allemaal nog veel langer voor lege banken moest, zou het voor een club als Maaseik ook een stuk moeilijker kunnen worden. We mogen volgens de regels maximum 2.000 fans ontvangen. Laat ze maar komen, maar eigenlijk maakt het niet uit of er nu 50 of 500 zijn.”

Het was lang vijf voor twaalf voor heel wat sportclubs en gelukkig wordt het door de versoepelingen geen twaalf uur of zelfs later. Toch loopt het ook soms fout. Menen is daar een spijtig voorbeeld van. “Heel erg jammer. Ik ken de interne keuken van de West-Vlamingen natuurlijk niet, maar een club met een traditie als die van Menen zal allicht niet over één nacht ijs gegaan zijn. Wel goed dat de clubleiding nu al beslist te stoppen. Er verdwijnt een ploeg die altijd wel meedeed voor de ereplaatsen en waar niemand echt graag naar toe ging. Tja, de ‘Hel van Menen’ krijgt nu wel een heel andere bijklank.”

Het afhaken van Menen is ook geen goede zaak voor de Volleyliga. Momenteel spelen er slechts acht ploegen op het hoogste niveau. Dat was ooit anders en daarom komt het verdwijnen van Menen op een slecht moment. “We werken binnen de Liga al verschillende jaren aan het opwaarderen van de competitie. Graag met meer ploegen, maar dan moet er wel interesse zijn. Ik hoor dat er vanuit Antwerpen of Guibertin misschien mogelijkheden zijn, maar voorlopig is het niet concreet. Een ploeg als Maaseik, en eigenlijk elk team, heeft nood aan een sterke vaderlandse competitie. Daar leggen we immers de basis voor de Europese campagne.”

Lees ook: volleybal in Euromilllions League