Voorzitter Kurt Candries hoopt dat 2021 beterschap mag brengen. “Vorig seizoen was het huilen met de pet op. Veel koersen vielen weg. Dat hebben we zelf kunnen ondervinden. Op vraag van de politie werden de koersen in Rumst afgelast. We hopen dat we dit jaar in augustus en oktober wel mogen organiseren.”

“Voor de renners was het evenmin een gemakkelijk jaar. We merkten dat jongeren moeilijk de motivatie vasthielden. Renners blijven motiveren is een uitdaging, maar dat is niet gemakkelijk als er geen perspectief is. Dat laatste komt nu stilaan weer. Sinds vorige maand mocht er opnieuw in groepen van tien getraind worden in plaatsen van groepen van vier.”

Toch zal men ook de komende maanden bij de Dijlespurters inventief moeten blijven. Kurt Candries bevestigt. “Vorig jaar konden we wel nog de stage in Benicasim meepikken. Dat hadden we graag dit seizoen willen herhalen, maar de coronatoestand laat dat niet toe. We bekijken andere opties. Misschien trekken we tijdens de paasvakantie enkele dagen naar de Ardennen. Een zekerheid is dat op dit moment echter niet.”

Welke invloed had het verloren jaar 2020 op de ploeg? Kurt Candries nuanceert. “Het aantal renners is ondanks alles stabiel gebleven. De instroom van onderuit is gebleven. We werken nauw samen met de Vlaams Wielerschool in Hofstade. Die werking is grotendeels blijven doorgaan. Bij de nieuwelingen en de juniores is de instroom wel lastiger. Sponsors die afhaakten, waren er niet. We blijven focussen op de doorstroming van de jeugd. Daarom bieden we per categorie andere programma’s. Bij de jongsten gaat het echt om opleiding. De nieuwelingen mogen opnieuw starten in de beker van België. Acht juniores is net te weinig om aan die beker van België mee te doen. Daarom verkozen we in deze categorie om met gemengde ploegen interclubs af te werken.”

Lees ook: meer wielrennen