Brem Deman mag deze week proeven van zijn allereerste EK: “Ik heb nog veel te leren, maar dit wordt alleszins een bijzondere ervaring”

Sinds vrijdag verblijft Brem Deman in het Zwitserse Grenchen. Woensdag werkt hij er de kwalificaties af in de ploegenachtervolging. Op donderdag staat het vervolg van het toernooi op het programma. “Ik werd inderdaad als eerste reserve aangeduid. De ploeg bestaat uit Gianluca Pollefliet, Noah Vandenbranden, Thibault Bernard en Tuur Dens. Ik heb nog veel te leren, maar dit wordt alleszins een bijzondere ervaring. Het is de allereerste keer dat ik op een andere piste rijd dan die van Gent. De rechte stukken zijn wat korter, de bochten wat langer. Dat maakt het iets makkelijker om de hoge snelheid aan te houden.”

Het belang van dit EK voor ons land mag niet onderschat worden. Brem Deman bevestigt. “Op dit Europees kampioenschap kunnen we een eerste keer punten verdienen met het oog op de Olympische Spelen (Parijs 2024, red.). Het is de bedoeling om een tijd ergens net boven de 3’50” te klokken. Daarmee zouden we al een aardige start maken richting Spelen.”

Brem Deman heeft de voorbije maanden een echte metamorfose ondergaan. Het leverde hem deze winter al een transfer op van VDM-Trawobo naar EFC. De voorbije weken manifesteerde hij zich ook heel nadrukkelijk op de piste. “Ik behaalde drie Belgische titels bij de clubrenners. Die prestaties zullen wellicht mee in overweging genomen zijn door de bondsleiding om me mee te nemen naar dit Europees kampioenschap. Ik heb er ook al een stage opzitten in Spanje. Na dit kampioenschap verleg ik de focus opnieuw naar de weg. Ik heb nog twee weken om me helemaal klaar te stomen voor de eerste koers. Uiteraard ben ik afhankelijk van de selecties van mijn ploeg EFC, maar de kans lijkt me groot dat ik mijn debuut zal maken in Brussel-Opwijk. Als Opwijkenaar zou het bijzonder fijn zijn om deze openingsklassieker in mijn eigen gemeente te kunnen rijden.”

Lees ook: meer (baan)wielrennen