Eind juni veroordeelde de Dendermondse rechter zaakvoerder Walter Verhaert en vennootschap van bouwmaterialenbedrijf SVK uit Sint-Niklaas nog elk tot een boete van 8.000 euro, waarvan 2.000 euro met uitstel. De straf volgde op een resem inbreuken wegens onzorgvuldig omspringen met asbestafval, in het kader van het asbeststort in de Langhalsbeekstraat. Nadat een actiecomité een filmpje over de gang van zaken en wanpraktijken op het stort overmaakte aan de media, startte de arbeidsauditeur een onderzoek. Werknemers werden volgens de arbeidsauditeur blootgesteld aan asbestvezels, door onvoldoende afscherming en een gebrek aan goede opleiding. De bedrijfsleiding werd hiervoor verantwoordelijk gesteld en gestraft.

De vergunning voor de asbeststortplaats werd ondertussen vorig jaar ingetrokken, maar nu volgt er opnieuw een proces voor de correctionele rechtbank in Dendermonde. Deze keer staan Verhaert en SVK terecht voor tal van inbreuken op de asbestwetgeving rond het beheer van de stortplaats. “Zo werden onvoldoende maatregelen genomen tegen het verspreiden van asbestvezels in open lucht en was er geen voldoende controle op verontreinigen van drinkwater”, zegt de advocaat van het Actiecomuté Asbeststort Dicht, waarvan verschillende leden zich burgerlijker partij stellen in de zaak.

Leden van het actiecomité waren maandagochtend in de rechtbank aanwezig om de zaak op de voet te volgen. Zes mensen daarvan stellen zich burgerlijker partij. “Dit proces komt er op basis van een dossier dat meer dan driehonderd pagina’s bevat, met onder andere PV’s van de dienst Handhaving van de milieu-inspectie, klachten van omwonenden, videobeelden, getuigenissen, enzovoort. “Processen als dit, waarbij een bedrijf overtredingen van de asbestwetgeving terechtstaan, komen niet vaak voor”, zegt Jef Maes. “Dit is heel belangrijk voor ons. Te lang heeft SVK alle regels aan zijn laars kunnen lappen, met alle gevolgen van dien voor de gezondheid van werknemers en omwonenden. We hopen vooral dat dit project tot gevolg heeft dat het stort eindelijk eens ordentelijk en zo snel mogelijk wordt afgewerkt en afgeschermd, zodat buurtbewoners geen gevaar meer lopen op asbestverspreiding en andere verontreiniging van omgeving en grondwater.”

De zitting maandag was maar een eerste aanzet tot het proces. Er werden conclusietermijnen geregeld tussen alle advocaten en het Openbaar Ministerie. De zaak zal gepleit worden op 7 oktober.