Koninklijke corgi’s waren toch geen voorbeeldhuisdieren: “Ze beten de postbode en hapten zelfs naar de Queen”

“Sommigen waren echt lief, maar er zaten ook kleine duivels tussen”, aldus een insider in de Daily Mail. “Zeker op het punt dat ze met velen waren, waren sommige beesten niet goed afgericht. Er was zelfs sprake van om een ‘pas op voor de hond’-bord op te hangen aan de poorten van Balmoral, omdat de postbode gebeten werd door een corgi.”

Ook de koninklijke verantwoordelijke voor de klokken in het paleis, Leonard Hubbard, werd in 1954 gebeten door één van de dieren. Corgi Susan zou de dader zijn geweest. Datzelfde jaar nog werd een Londense politieman het slachtoffer. Ook John Collins, de chauffeur van de Queen Mother, moest een tetanus-injectie krijgen na een aanval.

“Soms haalden ze zelfs uit naar de Queen”, klinkt het. “Zij was een strenge baas voor de honden, maar soms kan je een opvliegend karakter er gewoon niet uit krijgen. Ik weet nog dat ze drie hechtingen nodig had, nadat één van de honden haar beet. Dat gebeurde terwijl ze een gevecht tussen tién corgi’s probeerde op te breken.”

De honden waren ook een gevaar voor elkaar. Ranger, één van de honden van Elizabeths moeder, leidde tien van de corgi’s tot een gevecht dat leidde tot de dood van Chipper, één van de favoriete honden van de Queen.

Na een tijdje werd het personeel het echt beu. “Iedereen moest constant uitkijken of er geen hond op de loer lag, want ze waren bijtgraag.” Men besloot vervolgens, in 1989, om een zogenaamde hondenpsycholoog in dienst te nemen. Die heeft de leiding over de training van de honden. Sindsdien zou het er beter aan toegaan in het paleis. Naar het einde van haar leven toe had Elizabeth ook steeds minder honden, waardoor die makkelijker in toom te houden waren.

IN BEELD. Opvallend veel corgi’s nemen mee afscheid van Queen Elizabeth

PORTRET. De honden van de Queen die veel meer waren dan koninklijke huisdieren “Ze sliepen in een speciale corgikamer met elke dag verse lakens”