Wie heeft de grootste troeven om de Ronde te winnen? Inspanningsfysioloog beantwoordt: “Hij moet z’n tegenstanders uitputten en isoleren”

Tadej Pogacar reed de Ronde van Vlaanderen vorig jaar voor het eerst en hij werd, na een chaotische sprint, vierde. Wout van Aert komt voor de vijfde keer aan de start. Van Aert werd zesde (in 2021), negende (zijn eerste Ronde in 2018), veertiende (2019) en tweede (2020).

Van der Poel won vorig jaar, net als in 2020, voor de tweede keer de Ronde. Verder werd hij tweede (2021) en vierde (2019). Als enige heeft Van der Poel de code van de Ronde gekraakt, tot twee keer toe. Beschikt hij over betere troeven om ook zondag de Ronde van Vlaanderen te winnen? “De vraag is dan: welk profiel heb je nodig om de Ronde van Vlaanderen te winnen?”, zegt professor Jan Boone, inspanningsfysioloog aan de Universiteit Gent. “Je moet in staat zijn om heel hoge piekvermogens te rijden in de vork tussen 30 seconden en vijf minuten. Zo lang duren de beklimmingen in de Ronde. Je hebt een hoog absoluut vermogen nodig op de vlakke kasseistroken. Daar is Wout van Aert zeker de evenknie van Van der Poel. Op de hellingen telt dan weer het relatief vermogen, gerekend per kilo lichaamsgewicht. Daar heeft Mathieu misschien een kleine voorsprong op Van Aert. Maar dat verschil zal zeer miniem zijn.”

Naast de hoge vermogens heeft de winnaar van de Ronde van Vlaanderen volgens Jan Boone ook “durability”, nodig. “Ook na 220 tot 230 kilometer, of bij de derde beklimming van de Oude Kwaremont, moet hij nog altijd een hoge één-tot-vijf-minuten wattage produceren, dat dicht ligt bij het maximum dat hij haalt wanneer hij nog fris is.”

Mathieu van der Poel won de Ronde van Vlaanderen twee keer na een korte, explosieve sprint. In 2020 tegen Wout van Aert, in 2022 tegen Tadej Pogacar. Is de korte sprint een wapen in het voordeel van Van der Poel?

Boone: “Misschien ligt de vermogenspiek van Van der Poel na vijf seconden hoger dan die van Van Aert. Maar dat plafonneert ook sneller. Ik schat dat Mathieu 1300 tot 1400 Watt haalt. In een langere sprint zal het gemiddelde vermogen van Mathieu en Wout gelijk zijn. En alle twee zullen ze een hoger piekvermogen leveren dan Tadej Pogacar.”

Komt het zondag tot een sprint tussen Van der Poel, Van Aert en Pogacar, dan lijkt Pogacar nu al geklopt. Hoe moet hij het dan doen, om zondag de Ronde van Vlaanderen te winnen?

Jan Boone: “Pogacar is de grootste verrassing. In absoluut vermogen, op de kasseistroken op het vlakke, haalt hij de waarden van Van Aert en Van der Poel. Ook al weegt hij misschien tien kilo minder. Ik vind het fascinerend dat hij dat kan. Als het bergop gaat is hij, met een lager lichaamsgewicht, wat in het voordeel.”

“Als Pogacar wil winnen, moet hij het tactisch spelen. Of hij kan rekenen op zijn hogere ‘durability’, op een lager verval naarmate de wedstrijd vordert. Dat komt omdat hij een ronderenner is. Als hij er van in het begin een harde wedstrijd van maakt en goed doortrekt op de eerste en de tweede keer de Oude Kwaremont, kan hij dat gebruiken om weg te rijden. Als hij zijn tegenstanders uitput en isoleert, worden zijn kansen groter.”