Het eerste gesprek met Kevin De Bruyne als nieuwe aanvoerder van de Rode Duivels: “Zolang ik plezier blijf hebben, blijf ik international”

Het eerste gesprek tussen Kevin De Bruyne en nieuwe bondscoach Domenico Tedesco vond plaats via... Zoom. “Hij was naar Manchester gekomen voor de wedstrijd tegen Leipzig, maar toen was ik ziek”, vertelt De Bruyne. “Hij was dus voor niets gekomen.”

Over de manier van voetballen ging het nog niet echt in dat Zoom-gesprek. “Maar ik heb tegen hem gespeeld toen hij coach was van Schalke en Leipzig, dus ik weet wel een beetje hoe hij wil voetballen. Hij is volgens mij een heel moderne trainer: veel energie, veel druk naar voren. Dat ben ik gewoon. Wij zullen ons moeten aanpassen, hopelijk gaat dat zo snel mogelijk.”

De afgelopen maanden en weken kondigden enkele generatiegenoten van De Bruyne - zoals Eden Hazard, Alderweireld en Mignolet - hun afscheid bij de Rode Duivels aan. Maar De Bruyne zelf denkt nog niet aan stoppen bij de nationale ploeg. “Ik kom nog steeds met plezier naar hier. Zolang ik plezier blijf hebben, zal ik blijven. Ooit zal er natuurlijk een moment komen dat het genoeg geweest is.”

Hoe keek De Bruyne naar het afscheid van Hazard en co? “Iedereen heeft zijn eigen redenen: fysiek, mentaal, familie... Dat is oké. Die jongens hebben zoveel gegeven voor het land en hebben voor de beste periode van België gezorgd. Daar mogen ze trots op zijn.”

De Rode Duivels krijgen steeds meer nieuwe gezichten - de generatiewissel is volop aan de gang. Maar van een daling in niveau en bijhorende frustraties zal volgens De Bruyne geen sprake zijn. “Dat denk ik niet. Frustraties komen altijd naar buiten. Als je aan de top wil spelen, mag het nooit goed genoeg zijn. Dat heb ik bij Man City ook, dat is mijn wil om te winnen. Als ik dat niet meer heb, heeft het voor mij geen zin meer. Dan heb je een ander probleem.”

“We wisten dat er ooit nieuwe jongens moesten komen en dat ze moesten bewijzen dat ze het waard zijn om hier te zijn. En ik heb er een goed gevoel bij dat ze dat zullen kunnen. Het is het moment.”