De bal ging op 27 april vorig jaar aan het rollen, toen een politiepatrouille voorbij Hoeve De Posterie reed langs de Posterijlaan in Pittem. De recherche had op dat moment al informatie verkregen over een mogelijke plantage die zich in een loods bevond op het landbouwbedrijf van C.T. (40) en N.M. (37). Het koppel baatte op het domein ook een paardenmanege uit en volgens de agenten gebeurde daar die dag niet alles volgens de geldende coronamaatregelen. “Ze zagen kinderen paardrijden in de weiden en merkten op dat enkele ouders aan de kant stonden”, vertelde procureur Wendy Van Raepenbusch op het proces.

De politie stelde een proces-verbaal op tegen C.T. en een andere vrouw, die samen iets aan het drinken waren. Volgens het parket merkten de agenten tijdens hun vaststellingen ook een verdacht voertuig op. Ze ontdekten dat de wagen gehuurd werd door Amsterdammer F.B. (47). “Het voertuig was heel regelmatig aanwezig in Pittem, zo bleek uit gegevens van de ANPR-camera’s. De verhuurfirma gaf aan dat de beklaagde ook een ander voertuig had gehuurd. Het ging om een groot model met een laadbak. Dat deed ons vermoeden dat er meer aan de hand was.”

Speurders vielen op 2 mei binnen in de loods en doorzochten ook de huurwagen. In het voertuig troffen ze 19 kilo cannabis aan, verpakt in drie grote zakken. F.B. werd bij de wagen in de boeien geslagen en ook C.T. en N.M. werden opgepakt. In hun loods bleken nog 240 planten te staan en er hingen 600 takken te drogen. “De loods was professioneel ingericht”, vertelde procureur Van Raepenbusch. “Je had verschillende ruimtes om de cannabis te drogen, te knippen en te verpakken. Er was ook een keuken en badkamer aanwezig en buiten stond een stroomgenerator.”

Binnenin de loods werden de Nederlander T.I. (27) en twee Marokkaanse vrouwen uit het Brusselse opgepakt. Het bleek om plukkers te gaan. Hun gsm’s werden afgenomen en ze mochten de loods niet verlaten. Ze leefden in erbarmelijke omstandigheden. In de loods werd ook H.C. (39) uit Bornem in de boeien geslagen. Hij bleek de plukkers te hebben geronseld. De man kreeg donderdagmorgen 40 maanden cel voor zijn aandeel. F.B. huurde de loods van C.T. en N.M. en werd vervolgd als leider van de bende. Hij kreeg met 6 jaar de zwaarste straf. 

Het landbouwerskoppel zelf schreeuwde hun onschuld uit. Volgens hun advocate konden ze de cannabisgeur rondom de loods niet gewaar worden door de indringende varkensgeur die er hing. De rechter oordeelde echter anders en legde C.T. en N.M. 18 maanden cel met uitstel op. Drie plukkers die betrokken waren bij het onderhoud van de plantage werden veroordeeld tot celstraffen van 2 jaar, al dan niet deels met uitstel. 

Volgens het parket was de bende al sinds 24 juli 2019 bezig met het kweken van cannabis. De rechtbank verklaarde dan ook 589.650 euro aan drugswinsten verbeurd. De verdediging achtte het niet bewezen dat het om een illegale plantage ging, omdat niet aangetoond werd dat de in beslag genomen cannabis een THC-waarde had van meer dan 0,2 procent (de grens om van illegale drugs te spreken, red.). De rechter veegde dat argument echter van tafel. “Industriële hennepteelt gebeurt niet heimelijk”, klonk het. “Er zitten voldoende elementen in het dossier die erop wijzen dat de cannabis een THC-waarde van meer dan 0,2 procent had. Geen enkele beklaagde gedroeg zich ook als een industriële hennepteler.”