Noodtoestand opnieuw afgekondigd in Tokio, drie maanden voor Olympische Spelen

Tokio, Kyoto, Osaka en Hyogo, dat zijn de prefecturen die Japan zorgen baren en de eerste minister Yoshihide Suga deden beslissen om er tot 11 mei nieuwe maatregelen te nemen die ervoor moeten zorgen dat de Spelen, die op 23 juli beginnen, “veilig en verantwoord” te maken. Opzet is om het sociaal contact tijdens de zogenaamde Gouden Week in mei drastisch in te perken. Die feestdagen zijn voor de Japanners de populairste periode om te reizen.

IOC-baas Thomas Bach meent dat de noodtoestand vooral een “preventieve maatregel is, beperkt in tijd, die los staat van de Spelen.” Ook Seiko Hashimoto, voorzitster van het Japanse organisatiecomité, haastte zich om te zeggen dat ze “niet aan een afgelasting denken.” Intussen stelde Japan wel zijn beslissing uit over het toelaten van Japanse supporters in de stadions, nadat ze een maand geleden aankondigen dat tijdens de Spelen geen buitenlandse fans welkom zijn.

De cijfers gaan in Japan de verkeerde kant en vooral de verspreiding van coronavarianten zorgt voor ongerustheid. Japan is bovendien bijzonder traag in het vaccineren van z’n 125 miljoen inwoners. Slechts 1,99 percent van haar bevolking kreeg al een eerste prik, zelfs Afrikaanse landen zoals Ghana en Rwanda scoren beter. Begrijpelijk dat virologen vrezen dat de Spelen uitgroeien tot een ‘superverspreider’: zo’n 30.000 atleten en officials uit meer dan 200 landen worden in Japan verwacht.