Kappingen in Teunenberg moeten voor meer weerbaarheid en biodiversiteit in bosgebied zorgen

Heel wat naaldbomen in domein Teunenberg en elders in Vlaanderen hebben stress en kampen met ziektes. Dat komt onder meer door de droge periodes van de afgelopen jaren en een stikstofniveau dat alsmaar toeneemt. Om het Teunenbergbos de kans op herstelling te geven en de veiligheid voor wandelaars te garanderen, haalde het Agentschap Natuur en Bos eind vorig jaar verschillende zieke en dode naaldbomen weg in de bossen van de Vlaamse overheid. Bosgroep Zuiderkempen voert momenteel gelijklopende werken uit maar dan in het bosgebied van private boseigenaars.

“Door de dunning krijgen alle overgebleven bomen meer ruimte waardoor de ‘toekomstbomen’ voor langere tijd in de bossen kunnen blijven staan. Een bijkomend groot voordeel is dat er meer licht in de bossen komt, waardoor jonge loofboompjes kunnen opgroeien tussen de dennen en er een rijkere soortenvariatie ontstaat die beter bestemd is tegen ziektes en klimaatverandering”, klinkt het bij de gemeente Olen.

Bosgroep Zuiderkempen plant na haar dunning extra bomen aan van soorten die zich van nature niet kunnen vestigen in de bossen. Daarnaast zorgt ze ook voor struiken ter hoogte van de bosranden. Die struiken zijn van groot belang voor onder andere allerhande vogels, insecten en vleermuizen. “De boswerken maken het uitzicht tijdelijk minder fraai. Op termijn resulteert dit wel in een bosgebied met meer weerbaarheid, meer biodiversiteit en plaats voor recreatie, natuur en houtoogst.”