COLUMN. Lien Van de Kelder vlucht van Bangkok naar de rijstvelden: “Hans wordt gek als hij onze extra koffer ziet”
Lien Van de Kelder (39) woont al enkele weken samen met haar kinderen Jeanne en Victor en haar man Hans in Thailand. Nadat ze een tijd in Phuket verbleven, reist Lien nu door naar Bangkok. Daar ondervindt ze opnieuw dat de Thai er heel wat speciale gewoontes op nalaten. “Werkelijk álles is verpakt in plastic, tot elke wortel en paprika toe.” Gelukkig is de gezondheidszorg er wel dik oké, want zowel Victor als Jeanne hebben op korte tijd medische zorgen nodig.
Na enkele weken Phuket vliegen we terug naar Bangkok. In 2019 waren we er vier maanden voor de Netflix-serie ‘The Serpent’, die Hans regisseerde, dus het voelt een beetje als thuiskomen. Maar het is ook een beetje van de natuur en de zee naar het broeierige, krioelende mierennest dat Bangkok is. Jeanne en Victor willen meteen hun vriendjes van toen opzoeken en naar hun oude school gaan kijken. Ook voor mij is het een fijn en warm weerzien met onze vrienden van toen. Letterlijk en figuurlijk.
In de Bangkok Post lees ik dat de Thai blij zijn dat ze nog volle vliegtuigen uit Rusland kunnen ontvangen. Eerst kwam er vanuit Thailand geen enkele officiële veroordeling voor de vreselijke aanval op Oekraïne. Later tekenden ze tegen alle verwachtingen in toch de VN-resolutie, om dan nadien op Twitter te verkondigen dat ze neutraal blijven. De Russische toerist is belangrijk voor het heropleven van de Thaise economie na twee jaar covidellende.
Jeanne en Victor blijven er veel vragen over stellen, en gelukkig is er Karrewiet, het jeugdjournaal van VRT, dat het goed kadert. Ik probeer uit te leggen dat het is alsof Nederland ons land zou aanvallen om het opnieuw bij hen te krijgen “omdat het vroeger ook één groot land was”. Misschien is dat wat kort door de bocht, maar daar komt het toch op neer, denk ik. Dat Poetin een kinderziekenhuis heeft aangevallen, besluit ik niet te vertellen.
De medische voorzieningen zijn hier uitstekend, maar spijtig genoeg alleen voor wie het kan betalen.
Lien Van de Kelder
Door een kwallenbeet die lelijk begint te ontsteken, moeten we in Bangkok meteen op zoek naar een dokter voor Victor. De medische voorzieningen zijn hier uitstekend, maar spijtig genoeg alleen voor wie het kan betalen. In de wachtzaal staat wel een grote snoep- en ijsjesautomaat. Victor krijgt grote, groene antibioticapillen voorgeschreven, anti-jeukpillen en een heleboel zalfjes. Allemaal met Thaise opschriften. Het voelt toch wat onwennig om hem dat zomaar allemaal te laten slikken en smeren. De dokter sprak ook bijna geen Engels, ik hoop maar dat ik de juiste dosis geef.
Dagelijkse volkslied
Tijd voor ontspanning. In Bangkok zit je met kinderen al snel in een van de gigantische shoppingmalls. Het lijkt alsof het leven hier daarrond opgebouwd is, wegens de verkoeling en de relatieve rust in vergelijking met de straat. Dus ook de kinderactiviteiten, van indoor trampolineparken tot ijsbanen. Op een van onze tochten klonk er in een ondergrondse supermarkt plots muziek uit de luidsprekers en stond iedereen stil. Blijkt dat hier dagelijks het volkslied gespeeld wordt. Overal. Ook in de bioscoop, net voor de film begint, klinkt de nationale hymne en moet iedereen rechtstaan. Ik bedenk me dat dit misschien wel op de wishlist van Poetin past.
Sommige supermarkten zijn trouwens ook een belevenis: je vindt er alles, van bergen vers fruit en groenten tot een apotheek en een massagesalon. Het enige minpunt: werkelijk álles is verpakt in plastic, tot elke wortel en paprika toe. Tot je aan de kassa komt, want daar moet je een plasticvrije zak kopen for the environment. Het is al iets beter sinds ons vorige verblijf hier merk ik, maar ik hoop dat het in Europa toch sneller zal gaan met de Green Deal.
Plots telefoon: de cameraman van Hans test positief en Hans is een hoogrisicocontact. We vliegen allemaal in kamerquarantaine voor minstens zeven dagen.
Lien Van de Kelder
Plots telefoon: de cameraman van Hans test positief en Hans is een hoogrisicocontact. We vliegen allemaal in kamerquarantaine voor minstens zeven dagen. Uiteindelijk blijken de kinderen en ik nog wel het gebouw in en uit te mogen, maar niet meer in de publieke delen zoals het zwembad. Eten wordt voor de kamerdeur gezet. Tijd om te vluchten dus. Ik besluit met de kinderen naar Chiang Mai in het noorden te gaan. Hoewel het niet de ideale periode is wegens de slechte luchtkwaliteit, doordat de oogstresten er nu verbrand worden.
Bij aankomst krijgt Jeanne hevige buikpijn en moet ze overgeven in de taxi. Al snel zitten we dus ook daar bij een dokter: voedselvergiftiging. Reusachtige roze antibioticapillen deze keer en gele pillen tegen misselijkheid. We maken er het beste van en rijden naar Bo Sang om parasolletjes te schilderen. Hans zal zot worden met die extra valies zelfgemaakte parasollen voor de grootouders, tantes en nonkels. Moegeknutseld bezoeken we bij zonsondergang het prachtige Chiang Mai en laten we op straat een voetmassage doen waarbij de kinderen meteen in slaap vallen.
’s Morgens trekken we naar het noorden, de rijstvelden in. Wat een contrast met de stad. We slapen in een paalwoning, op een matrasje op de grond. De dag erna rijden we nog meer naar het noorden en logeren we midden in een natuurgebied in een gevlochten huisje. Muren, deuren, vloer en dak: volledig in vlechtwerk. Prachtig. Met één ventilator, en geen airco meer. De roze en groene pillen doen hun werk en de stilte in deze nieuwe wereld de rest. Op naar het volgende avontuur!