Zes op de tien Vlamingen hebben vertrouwen in berichtgeving van tv-nieuws, 78% kijkt er minstens wekelijks naar

Het vertrouwen in de berichtgeving van nieuwsprogramma's op de radio en van kranten (print en online) lag met 56 en 49 procent iets lager. Het minste vertrouwen is er in nieuwsberichten op nieuwswebsites op het internet (29 procent) en op sociale media (11 procent). 

Van de hooggeschoolden heeft 69 procent (heel) veel vertrouwen in de berichtgeving van nieuwsprogramma's op televisie en radio, en 62 procent van deze groep heeft (heel) veel vertrouwen in de berichtgeving van kranten.

Laaggeschoolden hebben meer vertrouwen dan hooggeschoolden in de berichtgeving op sociale media: bij laaggeschoolden gaat het om 14 procent, bij hooggeschoolden om 7 procent.

Ruim meer dan 50 procent van alle leeftijdsgroepen heeft (heel) veel vertrouwen in de berichtgeving van televisie en radio en ruim meer dan 40 procent van alle leeftijdsgroepen voelt hetzelfde over in de berichtgeving van kranten. Vrouwen hebben telkens een fractie meer vertrouwen dan mannen in de respectieve mediakanalen, enkel niet in de sociale media. 

Deze verschillen zijn statistisch niet significant, geeft Statistiek Vlaanderen aan, dat zich baseert op de regelmatige bevraging bij een staal van 6.000 volwassen inwoners van het Vlaams Gewest. Over het vertrouwen in de media zijn geen vergelijkbare cijfers voor de periode voor 2021.

Statistiek Vlaanderen peilde ook naar het nieuwsgebruik van de Vlaming. Uit het onderzoek blijkt dat eind vorig jaar 78 procent van de volwassen bevolking minstens één keer per week naar het nieuws op tv keek. Naar nieuws op de radio luisterde 72 procent minstens wekelijks.

Nieuwswebsites werden door 65 procent minstens wekelijks geraadpleegd, tegenover 64 procent de krant (online of op papier). De helft van de Vlamingen raadpleegt minstens wekelijks nieuwsberichten op sociale media. Minimum één keer per week een magazine lezen doet 27 procent van de Vlamingen.

Bij 70 procent van de 18- tot 34-jarigen wordt het nieuws minstens wekelijks gevolgd via nieuwswebsites en sociale media. Oudere leeftijdsgroepen volgen vaker via de tv, radio, krant en magazines.