Zwartwerk kan bakkende broers duur komen te staan

De feiten kwamen op 24 juni 2021 aan het licht bij een controle in hun vestiging in de Hoogstraat. Daarbij werden drie zwartwerkers en een iemand die illegaal in het land verbleef aangetroffen. Mogelijk hadden het er meer geweest kunnen zijn, maar de controle werd gehinderd, waardoor enkele anderen het pand nog konden verlaten voor de vaststellingen konden gebeuren.

De arbeidsauditeur vorderde zware straffen: tien maanden cel en 96.000 euro boete, 24.000 euro voor elke zwartwerker. Ook voor de vennootschap werd 96.000 euro boete gevorderd en voor de mannen nog een beroepsverbod van twee jaar.

Het openbaar ministerie vorderde ook de sluiting van de bakkerszaak. “Wetens en willens plegen ze sociale fraude. Ze leven bewust de spelregels niet na en betalen veel minder sociale bijdragen dan hun eerlijke concurrenten. Bij elke controle is het prijs. Er is een gebrek aan schuldinzicht en een hoog gevaar op recidive”, oordeelde hij.

Eerder was het openbaar ministerie een minnelijke schikking van 15.000 euro overeengekomen met de twee, maar enkele dagen later al – op 7 oktober – werden bij een nieuwe controle nieuwe inbreuken vastgesteld, waardoor de schikking kwam te vervallen.

Dat noemt de verdediging niet correct. “Er waren geen voorwaarden aan de minnelijke schikking gekoppeld, dus men mag hen nu niet opnieuw vervolgen voor die feiten van juni. De mannen die aan het werk waren, waren in de kelder werken aan het gebouw aan het uitvoeren, maar die hadden niets met de bvba te maken. De strafvordering is dus onontvankelijk ten aanzien van de zaakvoerders en de bvba. Ondergeschikt vraag ik de vrijspraak.”

Een uitspraak wordt midden februari verwacht. Badr in de Hoogstraat is ten gevolge van de feiten al gesloten. De broers hebben wel nog een bakkerij in de Oude Liersebaan.