Schrijnwerkerij geeft moed niet op na verwoestende brand: “We hebben gelukkig nog onze bestelwagens kunnen redden”

In de schrijnwerkerij was niemand aanwezig toen zondag rond half vijf brand uitbrak. Toen Geert Podevyn telefoon kreeg, wist hij meteen dat het ernstig was. “Ik woon zelf in Lebbeke, maar heb geen enkele snelheidsovertreding begaan op weg naar Lokeren. Toen men zei dat het om een uitslaande brand ging, wist ik al dat het hele gebouw verloren was. Er was zelfs al enige berusting. Misschien dat ik later nog een klap ga krijgen. Emotioneel doet het wel iets natuurlijk. Het bedrijf werd meer dan zestig jaar geleden opgericht. Ik heb het zes jaar geleden overgenomen.”

Podevyn Houtconstructies heeft drie mensen in dienst en werkt daarnaast met een aantal tijdelijke krachten in piekperiodes. “Maar voorlopig is er niemand technisch werkloos”, benadrukt Geert. “We kunnen voorlopig aan de slag blijven met montage-opdrachten die we in opdracht van een aannemer doen. Gelukkig is een bestelwagen en aanhangwagen gespaard gebleven, want die hebben we hiervoor natuurlijk wel nodig. De andere voertuigen stonden in Lebbeke.”

De omvang van de schade durft Geert nog niet becijferen. “Maar die is natuurlijk aanzienlijk. Naast het gebouw zijn immers ook alle machines in vlammen opgegaan. Die gaan we nu zo snel mogelijk moeten vervangen.” De oorzaak van de brand is voorlopig nog niet duidelijk. “En het is ook niet zeker of we dat ooit te weten gaan komen. De brand is namelijk zo verwoestend geweest dat de oorzaak moeilijk te achterhalen is.”

Intussen gaat de zaakvoerder op zoek naar een noodoplossing voor het atelier. “We gaan rustig een aantal opties bekijken. We weten nog niet of het een heropbouw wordt op dezelfde locatie of een verhuis. Het volledige atelier is in vlammen opgegaan en terug opbouwen zal heel wat tijd in beslag nemen. Zo lang gaan we natuurlijk niet kunnen wachten. We gebruiken het atelier immers om meubilair op maat te maken voor particuliere klanten. De brand is een zware klap voor het bedrijf, maar we komen dit wel te boven.”