Supporters zien Belgische titels veldrijden bij mannen en vrouwen al voor vierde keer naar Lille gaan: “We verwachten allemaal dat Wout en Sanne winnen, maar het blijft speciaal”

Zowel Wout Van Aert als Sanne Cant maakten zondagnamiddag hun rol als topfavoriet helemaal waar en soleerden allebei naar de overwinning. Voor Van Aert was het een mooi orgelpunt van een al bewogen week, na de geboorte van zijn zoontje Georges. Zijn overwinning droeg hij dan ook op aan zijn zoontje en zijn vrouw Sarah.

“Het was geen gemakkelijke week voor hem”, zegt Peter Van Echelpoel, bestuurder van de fanclub van Wout Van Aert. “Maar misschien was het goed dat Georges al in het begin van de week geboren werd, zodat de druk er al een beetje af was. Hij zal ook wel gerust zijn geweest omdat zijn zoontje in goede gezondheid verkeert. Vandaag (zondag, red.) is het dus goed meegevallen, al is het op voorhand makkelijk gezegd dat hij gaat winnen. Elke cross moet gereden worden. Vanaf de helft van de koers had hij telkens maar een 20-tal seconden voorsprong, dan mag er geen valpartij of dergelijke gebeuren. Hetzelfde geldt voor Sanne Cant: als je Lotte Kopecky bezig ziet, dan kan je op voorhand niet van een walk-over spreken.”

Afgelopen zomer konden de leden van de supportersclub de zomerkoersen van Van Aert samen volgen op café of op het groot scherm in de parochiezaal. Nu dat dat op dit moment niet kan, proberen ze op andere manieren in contact te blijven. “We volgen het samen via Facebook of via Whatsapp-groepjes, veel meer kan je momenteel niet doen. Het zijn moeilijke tijden, maar het einde lijkt toch in zicht”, vervolgt Van Echelpoel. “Het is heel erg voor de supporters, want die mensen willen allemaal heel graag gaan zien. Toen het cross in Herentals was, vroegen sommigen zich af of ze toch niet eens konden gaan zien. Maar dat gaat niet, en na een tijd wringt dat wel.”

Het is al de vierde keer dat beide Lillenaren - al wonen ze nu allebei in Herentals - tegelijkertijd Belgisch kampioen veldrijden zijn. Toch went dat succes niet. “Niet veel gemeenten kunnen dat zeggen, hé. Gewoon word je dat niet. Het blijft altijd speciaal. Ze verwachten allemaal dat ze winnen, maar zo vanzelfsprekend is dat niet met concurrentie als Aerts, Iserbyt, Vanthourenhout en Kopecky.”