Verzekeringsmakelaar in nauwe schoentjes na beroepsverbod

Beklaagde L.C. werd eind 2017 geschrapt door de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) wegens een mogelijke overname van een kantoor dat op dat moment al onderzocht werd. Een brief met de vraag wie precies het kantoor na de overname zou leiden, werd niet op tijd beantwoord, wat gevolgd werd door de schorsing. Hoewel hij daarvan op de hoogte was gebracht, ging de beklaagde na de schrapping verder met polissen verkopen. Daarbij werden onder andere ook groene kaarten voor auto’s vervalst en zou hij nieuwe klanten, van het kantoor dat hij ging overnemen, toegevoegd hebben aan zijn portefeuille. C. verklaarde dat hij voort deed met zijn activiteiten omdat hij ervan uitging dat de schorsing snel voorbij zou zijn. Uiteindelijk werd hij in augustus 2018 door de FSMA met een dwangsom verplicht om te stoppen. Ondergeschikt aan de vrijspraak hoopte zijn advocate op een werkstraf of een volledig uitgestelde straf. Zij probeerde de rechtbank ervan te overtuigen dat haar cliënt niet met een opzettelijk bedrieglijk oogpunt had gehandeld. De burgerlijke partijen in de zaak, klanten die door zijn fouten geld verloren zouden hebben, vorderden samen zo’n 800.000 euro schadevergoeding. De rechtbank zal ten vroegste uitspraak doen op 22 februari.