Ripdeals kunnen beklaagden tot veertig maanden cel kosten

De ripdeals vonden plaats tussen november 2017 en juli 2019 met in totaal acht mannen die betrokken zouden zijn bij de feiten. Bij één van de slachtoffers zou een deel van de beklaagden zo in zijn huis binnengedrongen zijn, nadat de deur ingestampt werd, waarna geld en speed gestolen werd. Een andere man werd naar een parking gelokt en daar in een auto aangevallen en geslagen. Bij de berovingen zou tussen 400 en 8.000 euro afgetroggeld zijn.

De meeste beklaagden ontkenden de feiten en trokken het onderzoek van de politie in twijfel. Zo zou het telefonie-onderzoek niet sluitend geweest zijn en zou één van de hoofdgetuigen, een slachtoffer dat naar de politie ging, volgens de beklaagden niet geloofwaardig zijn. Onder meer omdat hij pas twee maanden later aangifte deed.

Het openbaar ministerie haalde in haar requisitoir aan dat de meeste beklaagden al een gevuld strafregister op zak hadden en meende ook dat het bewezen was dat de groep beklaagden als groep het doel had gehad om de feiten te plegen, en dus een bende was. De hoofdbeklaagde, die veertig maanden cel riskeert, had al elf antecedenten, waarvan enkele voor de jeugdrechtbank. De laagste straf die gevorderd werd was tien maanden cel.

De rechtbank zal uitspraak doen op 18 februari.