De markt in Kasterlee wordt heraangelegd. Vooraleer dit kan gebeuren, wordt er een archeologisch onderzoek uitgevoerd. Daar zijn archeologen deze week mee gestart. Ze banen zich een weg tussen de verschillende boomwortels en nutsleidingen om de geschiedenis van het dorpsplein in kaart te brengen. “Naast verschillende sporen uit de 16-18de eeuw - die vermoedelijk te maken hebben met activiteiten op de markt - werden er tot nu toe al enkele prehistorische sporen aangetroffen”, vertelt Jef Van Doninck van Erfgoed Noorderkempen. “Ook de restanten van één van de twee pompen op de markt werden aangesneden. De rechthoekige basis van de pomp was gekoppeld aan een grote ronde waterput. De bovenkant van de waterput werd op een gegeven moment dichtgemaakt met een bakstenen koepel. De put zelf is ouder en was opgebouwd uit kleine brokken ijzerzandsteen die op de Kempense heuvelrug werden ontgonnen.”

Op een kaart uit de 18de eeuw is op deze plek al een waterpartij te zien. “Verder onderzoek de komende dagen levert mogelijk meer aanwijzingen over de ouderdom van de put op”, aldus nog Van Doninck.

Het gemeentebestuur van Kasterlee vindt het belangrijk om voor de heraanleg van de markt eerst uitgebreid aandacht te besteden het archeologisch onderzoek. Dat was ook in 2016 het geval bij de bouw van het ontmoetingscentrum. “Daar werden toen vuurstenen werktuigen uit de steentijd, scherven uit de ijzertijd, en gebouwplattegronden uit de vroege middeleeuwen (600-800 na Christus) gevonden”, zegt burgemeester Ward Kennes.

Dat ook archeologisch onderzoek op de markt interessant kan zijn, bleek al in 2019 toen er een archeologisch vooronderzoek werd uitgevoerd rond de kerk en op de markt. “Uit historisch kaartmateriaal blijkt duidelijk dat het dorpsplein al minstens sinds de 18de eeuw ongeveer haar huidige vorm heeft. Op oude foto’s zijn ook nog de oude openbare waterpompen te zien die in het midden van de markt stonden”, klinkt het. “De markt zelf was in de 19de eeuw in gebruik als bleekweide voor het linnengoed. In de proefsleuven werden naast verstoringen van recente nutsleidingen ook sporen en greppels teruggevonden die zeker ouder zijn dan de 18de eeuw”, zegt schepen van Erfgoed Rob Guns.

“Het vooronderzoek op de markt lichtte nog maar een tipje op van de sluier, we zijn dus nieuwsgierig naar wat er tijdens de opgraving nog naar boven komt. De vastgestelde bewoning uit de vroege middeleeuwen aan het Binnenpad (bij het ontmoetingscentrum, red.) strekte zich mogelijk uit tot aan de huidige pastorij. Destijds werd daar bij de uitbreiding van de bib een waterput gevonden die tussen 660 en 781 na Christus dateert. We weten niet of hier op de markt ook resten van te vinden zijn.”

De archeologen zijn nog bezig tot volgende week. Daarna schrijven ze al hun bevindingen neer in een rapport.