"Ze is geen klein meisje. Ze is een slaaf. Met haar seks hebben, pleziert God"

De New York Times sprak met 21 vrouwen en meisjes die uit de handen van IS-strijders konden ontsnappen en analyseerde officiële communicatie van de groep die slavenhandel in kaart brengt en hoe strijders hun verkrachtingen goedpraten. De krant ontdekte een bijzonder goed georganiseerde sekshandel en een cultuur die verkrachtingen vergoelijkt.

Een 12-jarig Yezidi-meisje omschrijft hoe een IS-strijder haar aanrandde. De strijder nam eerst uitgebreid de tijd om uit te leggen dat wat hij zou doen geen zonde is. De Koran geeft hem niet alleen het recht om haar te verkrachten, zei hij. Hij hield ook vol dat het boek zijn daad vergoelijkt en zelfs aanmoedigt.

"Ik bleef hem zeggen dat het pijn deed - stop alstublieft", getuigt het meisje. Hij snoerde haar de mond en bond haar handen vast. Vooraleer hij zich aan het 12-jarige meisje vergreep, ging hij aan de bedrand bidden. "Hij zei dat hij volgens de islam een ongelovige mag verkrachten. Hij zei dat hij, door mij te verkrachten, dichter bij God komt." 

Een ontvoerd Yezidi-meisje van 15 jaar, dat negen maanden als slaaf leefde en verkocht was aan een 20-jarige Irakese strijder, vertelt eenzelfde verhaal. "Hij zei dat mij verkrachten zijn gebed was aan God. Ik zei hem: 'Wat je met mij doet is verkeerd. Het zal je niet dichter bij God brengen.' Hij zei: 'Neen, het is toegestaan. Het is halal.'".

Binnen IS is een uitgebreide infrastructuur opgezet die handel in Yezidi-vrouwen mogelijk maakt. De organisatie heeft een netwerk van warenhuizen opgezet waar de slachtoffers worden gehouden. Er zijn kijkkamers waar meisjes en vrouwen worden aangeprezen als koopwaar en vrij geïnspecteerd worden door geïnteresseerde IS-strijders. Een eigen vloot voertuigen vervoert de verkochte meisjes en vrouwen uiteindelijk naar hun bestemming.

Een 32-jarige IS-slaaf zegt dat ze het beter stelde dan de andere slaaf in het huishouden, een meisje van 12 jaar. Die laatste werd dagenlang verkracht, ondanks hevige bloedingen. "Hij heeft haar lichaam kapotgemaakt. Ze was erg geïnfecteerd. De strijder kwam steeds terug en vroeg mij: 'Waarom ruikt ze zo slecht?' Ik zei dat ze een interne infectie had en dat ze voor haar moesten zorgen." Dat gebeurde uiteindelijk niet.

"Ik zei hem: 'Ze is een klein meisje'", herinnert de vrouw zich. "Hij antwoordde: 'Nee. Ze is geen klein meisje. Ze is een slaaf. En ze weet precies hoe ze seks moet hebben. Met haar seks hebben pleziert God.'"

De sekshandel lijkt specifiek toegespitst op Yezidi-vrouwen en -meisjes. Yezidi's, of yazidi, zijn een minieme etnische en religieuze Koerdische bevolkingsgroep. Aanvankelijk bevolkten ze een gebied van Armenië tot Syrië, in het Midden-Oosten leven ze nu voornamelijk in het noorden van Irak. Zoals op de berg Sinjar, waar IS-strijders op 3 augustus 2014 dorpen binnenvielen en jonge vrouwen van de mannen afscheidden.

Jonge, ongetrouwde meisjes werden in witte, overvolle busjes gezet en wekenlang, soms maanden, in opsluiting gezet. "Het was honderd procent voorbereid", zegt een Yezidi-activist, die een uitgebreide lijst met slachtoffers bijhoudt, aan de New York Times. "Er stonden matrassen, borden, bestek, voedsel en water klaar voor honderden mensen." Uiteindelijk werden ze in kleine groepjes weer in de witte busjes gezet en naar Syrië of plaatsen in Irak gebracht, om te verkopen als seksslaven.

Binnen Islamitische Staat zijn specifieke richtlijnen en interne memo's opgesteld die omschrijven wat de regels van slavernij zijn en hoe dat kan worden goedgepraat. Het leiderschap van IS doet beroep op een bijzonder selectieve lezing van de Koran en andere religieuze uitspraken die niet alleen geweld goedpraten, maar seksueel geweld omschrijven als "geestelijk heilzaam" en zelfs "deugdzaam".

Seks hebben met een zwangere slavin is zowat het enige dat expliciet verboden is. Een handleiding omschrijft hoe "een eigenaar moet wachten tot een vrouwelijke gevangene haar menstruatiecyclus heeft", om "zeker te zijn dat er niets in haar baarmoeder zit" alvorens seks te hebben.