't Ver-Zet-je ziet aantal gezinnen in nood fors toenemen: “In 2021 waren 174 gezinnen aangesloten, in 2019 waren dat er maar 30"

’t Ver-Zet-Je startte eind 2018 – tien jaar na de oprichting - met voedselbedeling en opende ook toen ook een ontmoetingsruimte in de Gelmelstraat. Ondertussen is de ontmoetingsruimte verhuisd naar de Heilig Bloedlaan en kwam er eind 2020 een tweede locatie bij in de Jaak Aertslaan waar een food- en kledingshop is ondergebracht. Een uitbreiding die nodig blijkt. Het aantal gezinnen dat steun nodig heeft en amper of niet de eindjes aan elkaar kan knopen, stijgt enorm. “In 2019 hadden we een dertigtal gezinnen en een jaar later waren dat er al 80”, zegt Frederik Pollet. “In 2021 hadden we niet minder dan 174 gezinnen ingeschreven. We verwachten voor dit jaar dat het opnieuw zal stijgen, maar minder fors. Ik vermoed dat we ergens rond de 200 gezinnen zullen uitkomen. Gelukkig zien we tijdens het jaar het aantal ook altijd wat dalen wanneer ze bijvoorbeeld toch weer voldoende inkomen hebben. De meeste gezinnen komen langs op een zaterdag, dan zijn het er toch tussen de 60 en 75. Op woensdag zijn er dat tussen de 50 en 65.”

De cijfers zijn indrukwekkend. Maandelijks wordt via de voedselbedeling zes ton voeding uitgedeeld onder de gezinnen. Alles samen is dat goed voor een handelswaarde van 30.000 euro. Per jaar betekent dat 40 ton en dat zal in 2022 vermoedelijk stijgen naar zo’n 78 ton. Het voedsel krijgen ze onder meer van enkele lokale supermarkten in Rijkevorsel en Hoogstraten, maar ook van de Coöperatie Hoogstraten en tuinbouwers. “We werken wel niet met voedselpakketten, maar laten onze mensen de vrije keuze in wat ze nodig hebben”, zegt Frederik Pollet. “Zo voorkomen we ook dat gezinnen spullen meekrijgen die uiteindelijk toch maar weggegooid kunnen worden. Het is wel geen ‘self service’. Alles wordt verdeeld door onze vrijwilligers.”

Groei betekent ook dat ’t Ver-Zet-Je opnieuw moet denken aan uitbreiding. “We denken dan vooral in de eerste plaats aan een extra opslagplaats van zo’n honderd vierkante meter”, zegt Frederik Pollet. “Die hebben we nodig om alles te kunnen opslaan in afwachting van verdeling in de foodshop en de kledingshop, want in het Atelier staat alles nu soms meer dan overvol.” Sinds eind vorig jaar rijdt er ook een busje om mensen op te pikken in Meer en Wortel die anders niet ter plaatse geraken. De bedoeling is dat later nog uit te breiden naar de andere deeldorpen. “Wij hebben bij iedere busrit plaats voor vijf mensen en momenteel stappen er gemiddeld zo’n twee a drie mensen op. Wij hebben alle gezinnen die in aanmerking komen verschillende keren aangeschreven en dit zal dit jaar blijven gebeuren. Via de sociale diensten en buurtwerk wordt er eveneens stelselmatig over gecommuniceerd en toch blijft het beperkt. Wij hopen dat in de loop van dit jaar de mond-aan-mond reclame en communicatie haar werk zal doen.”

Frederik Pollet is voor één ding wel dankbaar en dat is de tomeloze inzet van de vrijwilligers. “We hebben een groep diehards van een tiental personen die quasi elke dag bezig zijn, een groep van een twintigtal die meer dan regelmatig komen helpen en nog een groep van een dertigtal die helpen waar ze kunnen maar niet vaak beschikbaar zijn. Maar maandelijks krijgen we toch mensen die zich aanbieden en afhankelijk van de tijd die ze hebben, helpen zij ons ook.”