Birgit Van Mol (54): “Door de ziekte van René weten we nooit hoe ons weekend er gaat uitzien”

“Een aperitiefje op vrijdag: daar begint alles mee. Op die manier leg ik mijn werkweek neer en kan ik de rust opzoeken. Op zaterdag vind ik het heerlijk om uit te slapen, voor mij duurt dat tot een uur of halfnegen. Iedereen slaapt dan nog en ik sluip naar beneden om de kranten uitgebreid te lezen.”

Dat kan gerust tot de middag uitlopen. Tussendoor maak ik een gezond ontbijtje. De hond ligt gezellig in mijn buurt en iedereen van het gezin druppelt in zijn tempo binnen.”

“Mijn zoon en ik hebben een goede band, al moet een puber zich eens verzetten tegen zijn ouders. Ons gezin hangt wel goed aaneen, maar iedereen heeft ook voldoende zijn eigen leven. Otis vliegt nu volop uit. Dat is normaal, zeker na een periode waarin hij opgesloten zat door corona.”

“Al vinden we het toch nog heel gezellig om dingen samen te doen. Elke zondag gaan we samen boksen, al zo’n jaar of vijf. Hij is ondertussen een stuk groter dan ik en kan met een enorme kracht trappen. Tijdens de trainingen kan je niet anders dan je gedachten uitzetten. Het vergt focus en coördinatie. Toen mijn man pas ziek werd, heb ik nog een tijd yoga gedaan. Dat was toen ideaal om mijn gedachten te verzetten. Nu heb ik meer aan boksen.”

“René leeft nu zeven jaar met een auto-immuunziekte die hem constant aanvalt. Je weet nooit hoe je weekend er zal uitzien. Het kan dat we een etentje bij vrienden last minute moeten afbellen. Dat is lastig als die mensen een dag in de keuken hebben gestaan. Onze weekenden zitten momenteel niet propvol activiteiten of uitjes, maar dat is oké. Ik probeer bewust te genieten van de tijd die we samen hebben: die is waardevol en zo intens.” 

Hier vertoeft sportanker Maarten Vangramberen (43) in het weekend het liefst: “In jogging en met een Orval”

Muziek kwam niet altijd eerst voor zangeres Lady Linn. “Mama worden en een goede man vinden was mijn grootste bekommernis”

Loredana De Amicis (36) vecht terug, ook als haar lichaam moeilijk doet. “Toen heb ik veel aan Pat gehad”