2 deskundigen leggen uit hoe je gelukkiger wordt door te tuinieren. “Het bevordert zelfs je immuunsysteem”
Een langer, gelukkiger en veerkrachtiger leven? Wroet in de aarde en raak in tuintrance, want moestuinieren blijkt een krachtige vorm van mindfulness. Journaliste en ‘urban treehugger’ Eline Van Lancker en biodynamisch boerin en wildplukster Jana Milbou zijn allebei in de ban van mindful tuinieren. “Bacteriën in de aarde stimuleren de aanmaak van het gelukshormoon.”
Fleur De BackerLaatste update:26-03-22, 13:28
Groen geluk staat sinds de coronacrisis hoog op de agenda: de natuur vormde een therapeutisch tegengif. We verkenden massaal onze nationale natuurgebieden, en tuincentra draaiden recordomzetten. Maar eigenlijk vormt de tuin al sinds eeuwen een soort van toevluchtsoord, zegt Eline Van Lancker in haar boek ‘Het Groene Geluk.’
Zo noemde Nelson Mandela het moestuinieren een laatste zweem vrijheid in zijn gevangenisleven op Robbeneiland, en vond Sigmund Freud er troost in nadat hij zijn land moest ontvluchten tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Zelfs de allereerste teelgewassen in de prehistorie dienden volgens geschiedkundigen niet als zelfvoorziening, maar om rituele offers te brengen aan de goden. De tuin was er vooral om gezondheid en geluk af te dwingen.”
Tuintrance
Met succes: hoveniers behoren tot de gelukkigste en langst levende mensen ter wereld. Met dank aan hun fysiek geploeter, de frisse buitenlucht, het therapeutische monotasken in de moestuin en verrassend: de boost die de bodem je geeft.
Bij het wroeten in de aarde komen bepaalde bacteriën vrij. Door die te inhaleren, stimuleer je de aanmaak van het gelukshormoon serotonine.
Journaliste en ‘urban treehugger’ Eline Van Lancker
Eline Van Lancker: “Bij het wroeten in de aarde komen bepaalde bacteriën vrij, die het immuunsysteem bevorderen en de darmflora verbeteren. Maar, nog veel opmerkelijker: het inhaleren van deze bacterie stimuleert de aanmaak van het gelukshormoon serotonine.”
Voor biodynamisch boerin en wildplukster Jana Milbou is tuinieren dan ook een vorm van mindfulness. “Ik voel me nergens meer in het hier-en-nu als op het veld. Ik verlies alle tijdsbesef: het enige wat nog telt, is het ritme van de natuur. Met mijn handen in de grond voel ik me letterlijk en figuurlijk geaard. Er overvalt me dan een ‘alles komt hieruit voort’-gevoel, een soort bescheidenheid.”
Eline noemt die ervaring “tuintrance”. “Zoals we de planten water geven en het onkruid wieden, zo is ons hoofd weer gevoed en van vervelende gedachten verlost.”
Al ontsnap je ook niet in je moestuin aan (kom)kommer en kwel. Denk maar aan allesverwoestende vorst, aanhoudende droogte of een vernielzuchtige plaag. “Juist die grillen van Moeder Aarde dwingen tot relativering”, zegt Eline. “Want hoe betrokken of nalatig je ook bent, er is nooit een direct verband tussen de zorg van de tuinier en het uiteindelijke resultaat. In een prestatiegerichte maatschappij waarin ons ingepeperd wordt dat alles mogelijk is als we er maar genoeg ons best voor doen, is dat best een revolutionair idee: eigenlijk kan je alleen maar nederig zijn en zien wat er gebeurt.”
Tomaten, aubergines, courgettes... de vruchtvorming gebeurt volgens een vast stramien, in een specifieke periode in het jaar. Dat moet je respecteren.
Biodynamisch boerin en wildplukster Jana Milbou
Tuinieren, dat is leren loslaten, vindt Jana. En de schoonheid van geduld omarmen. “Tomaten, aubergines, courgettes ... de vruchtvorming gebeurt volgens een vast stramien, in een specifieke periode in het jaar. Dat moet je accepteren en respecteren. Het is een goede levensles: we kunnen niet altijd vrucht geven, en dat is helemaal oké: je moet eerst verschillende stadia doorlopen.”
Tuintherapie
Het is dan ook niet verwonderlijk dat horticultural therapy populair is. Het concept klinische tuintherapie is al tweehonderd jaar oud, maar in steeds meer landen — met het Verenigd Koninkrijk en Scandinavië op kop — schrijven artsen patiënten met een depressie, angsten of eenzaamheid moestuinieren voor.
Eline Van Lancker: “Volgens de artsen schuilt het therapeutische effect vooral in het opnemen van een zorgrol, temeer omdat planten heel wat minder complex en intimiderend zijn dan een menselijke relatie. Bovendien zijn ze de perfecte zelfvertrouwenboost: hoeveel slechte gevoelens de patiënten ook over zichzelf hebben, de groeiende planten zijn het levende bewijs dat ze wél iets goeds kunnen bijdragen aan de wereld.”