Vinken halen Oost-Vlaamse ‘slag’ thuis in Grote Vogeltelweekend

Stilzittenen vogeltjes kijken: het Grote Vogeltelweekend van Natuurpunt is elk jaar een klein feestje voor vogelspotters in Vlaanderen. 11.032 Oost-Vlamingen telden en turfden vogels in de tuin en vonden 202.375 vogels. De meest gespotte van het weekend? De vink. 

Vorig jaar haalde de vink zijn slag nochtans niet thuis: toen strandde de zangvogel op de derde plaats in onze provincie. Op plaats twee en drie staan respectievelijk de koolmees en de huismus. Een verklaring voor die wissel aan de top is er niet echt, klinkt het bij Natuurpunt. Er is dus niet per sé een vinkenkuikenboom aan de gang, het kan ook best dat de huismus en koolmees een slechter jaar achter de rug hebben. Daarnaast zijn er ook grote lokale verschillen van jaar tot jaar. Sowieso gaat het nog om voorlopige cijfers: een echte analyse volgt later. 

De vink is een zangvogeltje dat in de Lage Landen heel veel voorkomt, in Nederland is het sowieso de meest voorkomende vogel. Je kan zowel het mannetje als het vrouwtje herkennen aan de twee witte vleugelstrepen en de roestige borst. Het mannetje heeft tijdens de broedtijd ook vaak een grijs ‘petje’ op. De diertjes zingen, vaak in een eigen ‘dialect’. De laatste tonen van hun wijsje worden ook wel eens de ‘vinkenslag’ genoemd.

Nog een paar leuke cijfers om een weekend hard werken te verantwoorden: per tuin vonden de Oost-Vlamingen 24 vogels van 8 verschillende soorten. We telden vanuit 6.520 tuinen. In heel Vlaanderen zagen we met z’n allen 777.168 vogels, vanuit 25.093 tuinen.