Voorzitter Stefaan De Clerck: “Raad van bestuur Proximus kan kleiner”

Na twee jaar van digitale aandeelhoudersvergaderingen ontving Proximus vandaag voor het eerst weer aandeelhouders in persoon voor zijn algemene vergadering. Een aantal aandeelhouders kwam ter plaatse om vragen te stellen en opmerkingen te delen.

Zo merkte een aandeelhouder op dat de raad van bestuur van Proximus met veertien leden aan de grote kant is. “Kan er niet bezuinigd worden op de raad van bestuur? Zouden tien leden niet meer dan genoeg zijn?”, vroeg hij. Proximus betaalde vorig jaar bijna 1,2 miljoen euro aan bestuurdersvergoedingen.

De Clerck zei dat de kwestie al regelmatig werd besproken met de regering, die ruim de helft van de aandelen in handen heeft en dus ook de helft van de bestuursmandaten mag invullen. Een inkrimping ligt echter moeilijk door de vele evenwichten waarmee rekening moet worden gehouden, luidt het.

Proximus is vragende partij om er verder over te spreken, aldus De Clerck. “Maar we hebben het niet geëist. We zijn ervoor beschikbaar.” De Proximus-voorzitter, oud-politicus voor CD&V, zegt begrip te hebben voor de politieke complexiteit. Er moeten nu eenmaal veel regeringspartijen bediend worden. 

Vandaag gaven de aandeelhouders groen licht voor de benoeming van zes bestuurders. Drie van hen zijn nieuw, alle drie aangeduid door de regering: Claire Tillekaerts, Béatrice de Mahieu en Audrey Hanard. Zij kregen bijna unanieme steun van de aandeelhouders.

Wel wat verzet was er tegen de herbenoeming van De Clerck. De verlenging van zijn mandaat tot 2025 kreeg 14,70 procent tegenstemmen. Aan de herbenoeming ging een interne bijsturing bij Proximus vooraf. Het bedrijf schrapte vorig jaar in stilte de leeftijdsgrens van 70 jaar voor zijn bestuurders. 

De onafhankelijke bestuurders Agnès Touraine en Catherine Vandenborre werden net als de nieuwe bestuurders wel bijna unaniem herbenoemd.

Een opvallend grote groep aandeelhouders verzette zich voorts tegen het verloningsbeleid van Proximus. Het vergoedingenrapport over de lonen van directie en raad van bestuur kreeg bijna een kwart tegenstemmen. Dat betekent dat een meerderheid van de stemmende aandeelhouders naast de Belgische staat zich er niet in kan vinden.