Nieuwe laanbomen verwijzen naar koninklijk verleden van Geel-Ten Aard en Retie

In 2018 velden de stadsdiensten in samenspraak met het Agentschap Natuur en Bos (ANB) een aantal populieren op grondgebied van Geel en Retie. De bomen vormden een bedreiging voor het verkeer omdat populieren soms zelf takken afstoten die op de rijbaan kunnen vallen. Stad Geel maakte de afspraak met het ANB om op dezelfde plaats nieuwe bomen aan te planten bij de start van het project Koninklijke Kempen en neemt ook een deel van de financiering van de bomen op zich.

Maatwerkbedrijf Lidwina plant de 53 winterlindes als laanbomen aan in Brijloopsedijk in Geel en Heide in Retie. “Winterlindes zijn goed voor de biodiversiteit door de nestgelegenheid en het voedsel dat ze opleveren voor heel wat diersoorten”, klinkt het bij de stad. “Ook de poel vlak bij de kapel in Brijloopsedijk zal voortaan actief beheerd worden door de stad om de biodiversiteit in en rond de poel zoveel mogelijk te verhogen.”

Koning Leopold I en zijn nazaten kochten vanaf midden 19de eeuw systematisch gronden in Geel, Mol, Dessel en Retie. De Belgische Kroon gebruikte de gronden voor bosbouw, landbouw, turfwinning, als jachtgebied en de koning probeerde zelfs wit zand te winnen. De Belgische royalty van toen drukte een serieuze stempel op het landschap en de samenleving. Onder meer de Koningshoeve of Leopoldhoeve in Ten Aard en het Prinsenpark en gebied De Graaf in Retie zijn nog restanten van het Kempense ontginningsverhaal door het koningshuis.

Het ontginningsverhaal is de dag van vandaag voor het grote publiek nog vrij onbekend. Daarom loopt er een project rond het domein, genaamd ‘Koninklijke Kempen’, gecoördineerd door Regionaal Landschap Kleine en Grote Nete samen met Stuifzand en verschillende partners. Naast onderzoek voert het project ook effectieve acties rond landschapsherstel uit, zoals deze aanplanting van 53 laanbomen in Brijloopsedijk en Heide.