De 5.000 bioscopen die deel uitmaken van de National Alliance of Arthouse Cinemas, moeten zelfs nog een extra inspanning leveren. Zij beschikken sowieso al over speciale zalen voorbehouden voor propagandafilms en zullen daarom vijf van deze soort films per week moeten vertonen.

Doel is om de verjaardag van de Communistische Partij te vieren, die op 1 juli valt: “Deze soort films prijzen het liefhebben van de partij, de natie en het socialisme”, aldus de Nationale Filmadministratie. China neemt deze missie dan ook erg serieus: “Alle bioscopen moeten niet alleen garanderen dat de films worden vertoond, maar moeten er ook voor zorgen dat de voorstelling goed worden bezocht”, klinkt het.

Zo roept de overheid op om de ticketprijzen voor ‘vaderlandslievende films’ te verlagen. Ook kan de lokale overheid het best haar bewoners mobiliseren om naar de films te gaan kijken en zo “de sociale impact te vergroten”.

De Chinese autoriteiten hebben alvast een selectie van films aangekondigd die in april te zien zullen zijn. Het gaat onder meer om ‘Battle on Shangganling Mountain (1956)’, ‘The Nanchang Uprising (1981)’ en ‘Hundred Regiments Offensive (2015)’.