Werkgevers pleiten voor indexsprong: “Loonstijging stilaan onbetaalbaar voor bedrijven”

Werkgeversorganisaties leggen opnieuw de vraag voor een indexsprong op tafel. In december is de zogenaamde spilindex overschreven waardoor de sociale uitkeringen en ambtenarenlonen begin 2022 met 2 procent stijgen. Het Planbureau verwacht bovendien dat de spilindex in augustus volgend jaar weer zal overschreden worden, voor de derde keer in amper dertien maanden. Ook in de privé zijn de lonen vaak gekoppeld aan de index van de consumptieprijzen.

"Een loonstijging van 6 procent in amper dertien maanden tijd: dat wordt stilaan onbetaalbaar voor de bedrijven", zegt Eric Laureys, woordvoerder bij Voka. Op korte termijn mag een indexsprong zeker geen taboe zijn, klinkt het. "We kunnen het loonakkoord best eens tegen het licht houden. Op deze manier riskeren we in een loon-prijsspiraal terecht te komen: hogere lonen leiden tot hogere prijzen, die op hun beurt de lonen weer de hoogte in jagen.”

Ook het VBO is ongerust. Gedelegeerd bestuurder Pieter Timmermans vreest na een coronahandicap ook een competitiviteitshandicap, waardoor hij preventief wil ingrijpen. "We gaan ons toch niet voor een vijfde keer aan dezelfde steen stoten?" Hij wil in januari samenzitten met de regering en de sociale partners. Als ze niet aan tafel willen? Ik kan alleen maar vaststellen dat een ontkenningsstrategie in het verleden ook nooit heeft geleid tot een oplossing.”

Via Twitter reageert algemeen secretaris van het ABVV Caroline Copers misnoegd op het voorstel. “Werkgevers willen geen vrije loononderhandelingen, hooguit toepassing van loonnorm van 0,4%. Nu willen ze een indexsprong. Beseffen ze niet dat ze daarmee de verarming van de ganse bevolking ah bepleiten zijn?? Index beschermt ons tegen stijgende levensduurte”, schrijft ze.

“Ik ben niet voor indexsprong op dit moment. Leven is echt duurder geworden, dus logisch dat lonen volgen. Bovendien zou sprong erg ad hoc zijn. Beter lijkt me structureel te hervormen om loon-prijs-spiraal tegen te gaan. Bijvoorbeeld gezondheidsindex over meer maanden uitvlakken”, reageert professor arbeidseconomie Stijn Baert.