Vrijwilligers herstellen plek waar koning Albert I verongelukte in ere. “Schandalig was het: in Frankrijk of Amerika zou je dit niet zien”

Het lichaam van Koning Albert 1 werd in de nacht van 17 op 18 februari 1934 aangetroffen aan de rots in Marche-les-Dames. “Avontuurlijk en ervaren als hij was, is hij daar op een zaterdag naartoe getrokken om te klimmen”, vertelt Pascal Mathieu (58) uit Dilbeek die de actie coördineerde. “Maar ‘s nachts werd zijn levenloze lichaam aangetroffen.” Over de ware toedracht van het overlijden bestaat nog altijd onduidelijkheid. Zo werd er gespeculeerd over moord, zelfmoord of gewoon een ongeval. Op de plek waar het lichaam werd gevonden, onderaan de rots van zowat acht meter hoog, werd een statig kruis geplaatst.

Maar vorige week doken foto’s op van de lamentabele toestand van die plek. “Als dit het respect is dat dergelijke mensen krijgen is het echt ver gekomen”, berichtte de Facebookpagina Belgian Military Interests daarover. “Echt schandalig hoe de plek erbij ligt. Albert 1 is enorm gerespecteerd, onder meer omdat hij het Belgische leger tijdens de Eerste Wereldoorlog effectief aanvoerde en meevocht met zijn manschappen. Daarom kreeg hij ook de bijnamen ‘Koning-ridder’ en ‘Koning-soldaat’.”

De foto’s bereikten ook Pascal Mathieu, ex-officier bij Defensie en momenteel reservist. Daarnaast heeft hij al vele jaren een enorme passie voor alles wat met erfgoed te maken heeft. Zo is hij bijvoorbeeld ook verbonden aan het Trammuseum in Schepdaal en was hij 23 jaar actief bij het Legermuseum in Brussel. “Ik plaatste een oproep op Facebook en kreeg onmiddellijk heel wat respons”, zegt hij. “Donderdag ben ik zelf de plek gaan bezoeken om in te schatten wat er moest gebeuren. Een nationale erfgoedsite, maar het was niet om aan te zien. Daar moesten we echt iets mee doen. Sommigen gaven aan dat er dringend een brief naar de bevoegde instantie moest worden gestuurd. Maar zoiets ligt niet in mijn aard. Als het niet verboden is, moet je het gewoon zelf doen.”

“Sinds 1934 was de plek eigenlijk een bedevaartsoord”, weet Mathieu. “We hoorden tijdens onze actie van de lokale bevolking zelfs verhalen over bussen vol toeristen uit de hele wereld die er toestroomden. Zelfs met boten kwamen via ze via de Maas. Maar na de jaren zestig daalde de interesse in de locatie. Moest een Amerikaanse of Franse president van een rots vallen, dan zou er een bezoekerscentrum geplaatst worden. Hier is het gewoon opgegaan in de natuur.”

_{(Lees verder onder de foto)}

Mathieu trok met enkele andere oud-militairen naar de locatie. “Acht vrijwilligers uit alle vijf de provincies”, klinkt het. “Onder hen reservemilitairen van het Provinciecommando Vlaams-Brabant en de Compagnie Operationele Reserve van Defensie. Geheel onverwacht kregen we zelfs hulp van enkele leden van de vzw Belgische Tempeliers. Van 10 tot 16.30 uur hebben we er gewerkt. Alles verliep veilig, op elke mogelijke manier. Een groot deel van het zwerfvuil was vrijdag wel al opgeruimd door enkele mensen uit de buurt. De takken die het zicht belemmerden, hebben we verwijderd. Het kruis is opnieuw zichtbaar en je kan er bij wijze van spreke van de grond eten.”

Zondag werden er ook bloemen neergelegd om het overlijden van de vorst te herdenken. Mathieu speelde daarbij met zijn gsm het volkslied en Te Velde af. Ook de Luikse provinciegouverneur Hervé Jamar (MR) was aanwezig. “En ik heb wel een steentje geworpen over de toekomst van de locatie”, zegt de Dilbekenaar. “Een gedenkplaat met daarop tekstjes in vier talen lijkt mij niet onoverkomelijk. Dan weten voorbijgangers ook wat er is gebeurd. En de militairen van het commandotrainingscentrum passeren er regelmatig. Waarom lopen zij eens niet naar daar met wat werkmateriaal om het af en toe te onderhouden? In ieder geval ligt het nu in hun handen. Wij hebben het proper afgeleverd. Buurtbewoners bedankten ons met tranen in hun ogen.”