Steden en gemeenten moeten binnenkort beslissen in welke regio ze voortaan samenwerkingsverbanden aan gaan met intercommunales, academies en andere instanties maarvoor de grenssteden is dat een moeilijke keuze

Voorlopig werden in het ontwerpplan alle steden en gemeenten ondergebracht in een bepaalde regio maar de gouverneur van Vlaams-Brabant vraagt nu aan alle betrokken burgemeesters om advies te geven en hun voorkeur voor een bepaalde regio bekend te maken. 

Voor alle duidelijkheid, het gaat niet over de vraag om tot de ene of de andere provincie te behoren maar om de keuze van referentieregio. Vooral gemeenten en steden die op de grens van twee regio’s liggen zullen door hun keuze een aantal bestaande samenwerkingsverbanden niet meer of veel moeilijker kunnen  aangaan.

Landens burgemeester Gino Debroux (L’Anders) kan de beleidsvisie wel volgen maar staat ook voor een moeilijke keuze. “De referentieregio’s zijn bedoeld om meer transparantie en duidelijkheid te bieden en tot daar kan ik volgen. Anderzijds zijn wij een grensgemeente en hebben we een aantal samenwerkingen in Limburg zoals met de kunstacademie, Watering St Truiden en de Vervoersregio. De meeste  samenwerkingsverbanden hebben we dan weer wel in Vlaams-Brabant, goed voor 95% van het geheel.”

In het ontwerp is Landen nu opgenomen in de referentieregio Oost-Brabant maar Debroux pleit voor een soepele invulling. “Ik ben voorstander om als grensgemeente pragmatische keuzes te kunnen maken in het belang van de gemeente, zodat de grenzen niet hard zijn maar eerder zacht.”

De burgemeester wacht de voorziene  overlegmomenten bij beide gouverneurs af vooraleer een advies te formuleren en ook zijn collega in Diest, Christophe De Graef (Open Diest), wil daarop wachten maar wil bovendien overleg in de gemeenteraadscommissie en de gemeenteraad. “Oorspronkelijk moest het advies deze week al worden gegeven maar dat is te kort dag. Gezien onze situatie van grensstad wil ik mij deftig informeren en het advies van anderen inwinnen. De gouverneur begreep dat en we kregen respijt tot half december. Zodra we alle informatie hebben en de mening van iedereen kennen, zullen wij een advies uitbrengen. Voorlopig is het te vroeg om hier al een besluit in te nemen.”

Burgemeester Boudewijn Herbots (CD&V) van Zoutleeuw relativeert en denkt niet dat de regiogrens algemeen bepalend zal worden om al dan niet een samenwerkingsverband te kunnen sluiten. “Historisch zijn wij vergroeid met Sint Truiden, ik denk maar aan onze samenwerking met de Haspengouwse Academie en veel anderen, maar we behoren tot Vlaams-Brabant en zouden bij de regio Oost-Brabant voorlopig zijn ingedeeld. Ik denk dat er te veel samenwerkingen zijn die al heel lang bestaan en die je niet met een pennenstreek zomaar schrapt. Ik pleit eveneens voor zachte grenzen en geen harde. Vlaanderen is een zakdoek groot, en dan bedoel ik een vrouwenzakdoek, ik begrijp dan ook niet goed waarom het zo strikt zou moeten en ik vermoed, net als mijn collega in Landen, dat het in de praktijk op pragmatische keuzes zal neerkomen. Ik denk dat we vandaag wel andere problemen hebben die we moeten aanpakken, denk maar aan de coronacrisis en de klimaatsproblematiek.”

Burgemeester van Bekkevoort Hans Vandenberg (CD&V) deelt de mening van zijn collega’s en vraagt zich af of ze in Brussel niets beters te doen hebben. “Het maakt het ingewikkelder en bovendien moet zo’n regio ook bestuurd worden. Ik begrijp het niet goed want aan de ene kant vragen ze aan de gemeenten om te fusioneren en zelf roepen ze dan een extra structuur in het leven want de provincies blijven ook gewoon bestaan. Het zou spijtig zijn mochten de grenzen hard getrokken worden want dan verdwijnen er in veel gevallen interessante samenwerkingen. Ik vraag mij ook af of de burger hier nu van wakker ligt.”