Alhoewel ze op elkaar lijken, behoren de wilde kat (Felis sylvestris) en de huiskat (Felis catus) niet tot dezelfde soort. Zowel hun genetische achtergrond als hun gedrag verschillen sterk.

Qua uitzicht heeft een wilde kat een dikke staart met een stomp zwart uiteinde, en drie tot vijf zwarte ringen. Op de rug loopt een donkere streep tot net voor de staart, op de kop en de nek lopen vier strepen. De wilde kat is doorgaans groter dan een (verwilderde) huiskat en heeft een massieve kop. Het dier is nachtactief en jaagt op kleine en grotere knaagdieren en vogels.

Experts
"Het is specialistenwerk om een wilde kat van een huiskat te onderscheiden", aldus Joris Gansemans van Natuurpunt. "Een panel van experts uit Nederland en Vlaanderen identificeerde het dier op de opnames als een echte 'wilde kat'. Er is alvast geen enkele zichtbare aanwijzing dat het om een bastaard zou gaan."

Maas overgestoken
Het is niet geweten hoe het dier in Bocholt is geraakt, het moet alleszins de Maas zijn overgestoken. "De populatie die het dichtstbij leeft bevindt zich op 80 tot 100 kilometer in Wallonië, het is geweten dat die dergelijke afstanden afleggen op zoek naar prooidieren en/of een territorium."

Natuurherstel
"De wilde kat heeft nood aan grote, bosrijke natuurgebieden met voldoende schuilmogelijkheden, zoals rotsspleten, boomholten en holen van andere dieren, zoals het Smeetshof", aldus Chris Steenwegen, directeur van Natuurpunt. "De terugkeer van de wilde kat wijst op het herstel van de natuur in Limburg."

De huiskat is overigens een afstammeling van de Afrikaanse wilde kat, niet van de Europese variant. "Wereldwijd komen er verschillende (onder)soorten wilde katten voor", aldus Gansemans.

De dieren leven in Europa, met een erg versnipperde verspreiding, Afrika en het zuidwesten van Azië, met een uitloper tot Centraal-Azië. Er wordt aangenomen dat deze katachtige in Vlaanderen wist te overleven tot de tweede helft van de 18de eeuw. In België komt de soort enkel in Wallonië voor.