Spin die andere spinnen eet, is "Europese spin van het jaar”

De Gevorkte spinneneter (Ero furcata) komt in de natuur voor nabij de bodem van verschillende bostypes, maar ook op boomstammen. In meer verstedelijkte gebieden wordt de soort ook regelmatig gevonden op braakgronden, in parken en zelfs in particuliere tuinen. De spin kan het hele jaar aangetroffen worden.

Toch is de spinneneter geen kannibaal, daarvoor zou ze haar eigen soortgenoten moeten opeten. Een valk die een duif vangt, noemen we ook geen kannibaal, hoewel het allebei vogels zijn, stipt Arabel aan. Soms wordt wel gesproken van Piratenspin of Moordspin.

De spin van het jaar bouwt zelf geen web, maar betreedt bewust de webben van voornamelijk kogelspinnen als de avond valt of 's nachts. Daar begint ze dan kundig op de draden te tokkelen en bootst zo een prooi na die in het web verstrikt is. 

Als de eigenaar van het web dan dichterbij komt, wordt hij door de lange voorpoten van de Gevorkte spinneneter dichterbij getrokken en zelf in een poot gebeten. Daarbij injecteert de spinneneter bliksemsnel wat gif en laat de verbouwereerde kogelspin dan direct los. Kogelspinnen zijn immers op zich ook efficiënte 'killers' en dus potentieel gevaarlijk voor de spinneneter. 

De spinneneter laat het gif zijn werk doen en kan na enkele seconden al veilig het slachtoffer benaderen en leegzuigen langs het gaatje dat hij maakte bij de eerste beet.

Bij de algemene Herfstspin gaat de Gevorkte spinneneter nog wat sluwer te werk: daar tokkelt hij op een draad van het web van een vrouwtje, op dezelfde manier als een mannelijke Herfstspin dat zou doen. 

Het vrouwtje komt dus dichterbij in de veronderstelling dat ze daar een minnaar zal aantreffen, terwijl ze een gewisse dood tegemoet loopt. Dit is een erg gespecialiseerde en uiterst zeldzame jachtstrategie bij spinnen.

Overdag zit de Gevorkte spinneneter met ingetrokken poten verstopt onder bladeren of twijgjes en is daardoor moeilijk te ontdekken. De eicocon, met maar 6 tot 8 eieren, wordt onder een uitsteeksel, blad of twijg gehangen aan het uiteinde van een dunne, steelvormige draad van circa 15 mm lang.