Ondanks bedreigingen dagvlinders toch Sleedoornpage ontdekt op twee locaties: “Dankzij aanplanten van hagen en houtkanten”

Dagvlinders hebben het niet makkelijk in Vlaanderen. Verschillende soorten zijn bedreigd. De voorbije jaren werd intensief gezocht naar de Sleedoornpage, vooral omdat die heel verborgen leeft. “Je moet geluk hebben om de Sleedoornpage als vlinder te zien te krijgen”, weet Ruben Meert van de insectenwerkgroep Voelspriet. “Daarom wordt er vooral naar de eitjes gezocht. Deze kleine, witte pareltjes worden ‘s winters door tientallen vrijwilligers van Natuurpunt en de werkgroep Dagvlinders van de Vlaamse Vereniging voor Entomologie geïnventariseerd, door twijgen van Sleedoorns intensief af te speuren.”

Dat speurwerk resulteerde nu ook in twee vondsten op locaties in de regio Dendermonde, het Land van Dendermonde zeg maar. De voorbije weken waren er voor het eerst vondsten van eitjes in Buggenhout Bos en Opstal en langs het natuurpad Oude Dender in natuurreservaat Wiestermeers in Wieze. “Dit maakt conservators en medewerkers hee blij”, zegt Meert. “Hoewel de Sleedoornpage eerder al werd gevonden net ten zuiden van de regio, in Opwijk en Herdersem, was het wachten op deze winter om deze bijzondere dagvlinder ook hier te kunnen bevestigen.”

Regio Dendermonde bevond zich tot voor kort net ten noorden van het gekende verspreidingsgebied. Naast vindplaatsen in de Ardennen en enkele aan de kust, loopt het zwaartepunt van dat verspreidingsgebied immers langs het zuiden van West- en Oost-Vlaanderen, en meer verspreid in Vlaams-Brabant, Antwerpen en Limburg. “Maar nu lijkt de soort dus ook in deze streek voet aan grond te krijgen”, zegt Meert. 

“Natuurpunt en Regionaal Landschap Schelde-Durme investeerden de voorbije jaren veel in aanplant van houtkanten en heggen, met daarin Sleedoorn”, weet Meert. “De pages zijn immers heel honkvast en zullen nooit weilanden overvliegen. Ze verplaatsen zich langs hagen en planten zich liefst op Sleedoorn voort. Door deze kleine landschapselementen te voorzien, bieden we deze vlinders extra kansen. De nieuwe vondsten zijn een beloning voor het werk van de vele vrijwilligers.”