Buffergebieden voor Dendervallei tegen overstromingen worden pas tegen eind 2023 aangeduid

“Ondanks alle acties om de overstromingsrisico’s in het Denderbekken te beperken, werd vorig jaar de waakdrempel voor de Dender op verschillende plaatsen overschreden en stonden door de aanhoudende neerslag tal van inwoners opnieuw met hun voeten in het water”, aldus Slagmulder. “De vernieuwing van de stuwen/sluizen en het baggeren van de Dender zal ongetwijfeld bijdragen aan een meer efficiënte waterafvoer om stijgende waterstanden te kunnen opvangen. Er is evenwel meer nodig om, bij piekneerslagmomenten, de overstromingsrisico’s in het Denderbekken onder controle te krijgen. Opvangbekkens in droge periodes kunnen helpen om het waterniveau in de Dender op peil te houden en in natte periodes de huizen/tuinen van de inwoners in de Denderregio droog te houden.”

Vlaams minister van Openbare Werken Lydia Peeters laat weten dat er in de eerste plaats zal worden ingezet op operationele en infrastructurele maatregelen. “Vervolgens kan pas gekeken worden in hoeverre extra buffercapaciteit noodzakelijk is en of er zoekzones bepaald moeten worden. Voor wat betreft de aanpak van het overstromingsrisico is het traject voor het opstellen van een strategisch plan ‘Ruimte de voor de rivier Dendervallei’ lopende, waarbij verschillende maatregelen zoals de aanleg van bijkomende overstromingsgebieden wordt bekeken en waarbij ook de link wordt gemaakt met de droogteproblematiek.” Volgens Peeters is het de bedoeling om tegen eind 2023 over een door de Vlaamse regering goedgekeurd voorkeursalternatief voor de Dendervallei te beschikken. “Binnen dit voorkeursalternatief zal bepaald worden waar er indien noodzakelijk bijkomende overstromingsgebieden/buffergebieden aangelegd dienen te worden.”

Slagmulder vindt dat Peeters de inwoners van de Denderstreek in de steek laat: “Ze schuift jammer genoeg het onderzoek en de aanduiding van de opvangzones vooruit naar 2023 en schuift deze beslissing door naar de volgende Vlaamse regering na de verkiezingen van 2024.”