Vlaams onderwijs ving vorig schooljaar ruim 3.500 extra anderstalige nieuwkomers op

Door de verhoogde instroom van vluchtelingen was er vorig schooljaar ook een logische stijging van het aantal anderstalige leerlingen in het Vlaamse onderwijs. Voor die anderstalige nieuwkomers heeft het onderwijs een systeem van onthaalonderwijs (OKAN).

Uit de cijfers van minister van Onderwijs Hilde Crevits blijkt nu dat scholen in het basisonderwijs vorig jaar extra aanvullende lestijden voor anderstalige nieuwkomers hebben aangevraagd voor 4.111 leerlingen van vijf jaar of ouder. Dat zijn er 1.743 meer dan in het schooljaar voordien (2014-2015). Daarnaast werden op 1 februari 2016 ook 912 anderstalige nieuwkomers jonger dan 5 jaar geteld.

In het secundair onderwijs is sprake van een toename met 1.773 anderstalige leerlingen (van 2.923 in 2014-2015 naar 4.696 in 2015-2016).

Voor het lopende schooljaar zijn de cijfers volgens de onderwijsminister nog te partieel om te vergelijken.

Volgens Vlaams parlementslid en onderwijsspecialist Jo De Ro tonen de cijfers alvast "kwantitatief de inspanning van het Vlaams onderwijs aan". "Maar achter die cijfers zitten de kinderen zelf en de leerkrachten die hier hun best voor gedaan hebben. De warmte, de inzet en het enthousiaste van die leerkrachten kan men onmogelijk onderschatten. Het toont aan dat naast de angst die men probeerde creëren, er ook een ander Vlaanderen bestaat. Een Vlaanderen waar we proberen om anderstalige kinderen zo snel en zo goed mogelijk normaal naar school te laten gaan", aldus De Ro.