Cultuur, ontspanning en gastronomie in Langres: een onbekende Franse parel
ReisreportageFrankrijk is een land dat zo rijk is aan knappe streken dat je de pareltjes maar blijft ontdekken. Voor veel Belgen is Langres een stadje dat nog onbekend is en nochtans op de ideale afstand voor een autovakantie ligt. Onderaan in de Champagnestreek, bijna op de grens met de Bourgogne, is Langres ook een aan te raden stopplaats voor wie deze zomer in twee etappes naar het zuiden wil rijden. Welkom in de Haute-Marne!
Een grote stadspoort vormt de ingang van Langres. Het is één van de zeven poorten die deze 2.000 jaar oude stad nog telt. Aan de voet van de stad valt ook de grote muur op, die de hele vesting omringt. Liefst 3,5 kilometer stadsmuur valt in Langres nog te bewonderen. Daarnaast staan er ook nog 12 torens die elk een stukje van de rijke geschiedenis vertellen. Ik begin mijn bezoek met een wandeling doorheen de kleine straatjes van de stad, die op elke hoek een verleden vol boeiende verhalen uitademen. Eén figuur is haast overal aanwezig: Denis Diderot. Deze filosoof uit de achttiende eeuw is de grote trots van Langres. Dit najaar opent hier het eerste museum in heel Frankrijk ter ere van Diderot.
Net zoals de meeste inwoners van de hedendaagse Haute-Marne heeft Diderot altijd een nauwe band onderhouden met zijn geboortestreek. In het begin van de achttiende eeuw bracht Diderot er zijn kinderjaren door. Later schreef hij: "Voor mij ben ik uit deze grond onttrokken." Samen met Voltaire en Rousseau zou Diderot uitgroeien tot één van de belangrijkste figuren van de Verlichting. Hij was de zoon van een beroemde messenmaker, maar trad niet in de voetsporen van zijn vader. Hij ging naar school bij de jezuïeten en werkte nadien tientallen jaren aan een wonderbaarlijk meesterwerk: een encyclopedie die liefst 28 volumes telt en waarvan de originele exemplaren nog steeds in Langres te bekijken zijn. Ik trek hiervoor naar het kunsthistorisch museum in Langres, aangezien het echte museum van Diderot pas op 5 oktober - de 300ste verjaardag van zijn geboorte - zal openen. Het kunsthistorisch museum is een heel gezellig en modern gebouw, in niets te vergelijken met de grote, bombastische complexen in Parijs. Je bent er weliswaar snel door gewandeld, maar het is zeker een bezoekje waard. Het belangrijkste eigendom bevindt zich in de inkomhal van het museum. Daar pronken drie volumes van Diderots encyclopedie. Aan de omschrijving van Langes heeft de filosoof twee bladzijden gewijd.
Diderot schreef deze indrukwekkende reeks boeken samen met D'Alembert en maakte er niet veel vrienden mee. In 1759 kwam er zelfs een uitdrukkelijk verbod, maar dat belette Diderot en co niet ermee te stoppen. Een groot standbeeld in het midden van Langres verzekert de aanwezigheid van de filosoof, maar zelf ligt hij niet begraven in zijn stad. Die eer viel de hoofdstad Parijs te beurt. Dat het voor de inwoners van Langres een gemis is, merk ik wanneer niemand precies kan zeggen wat de doodsoorzaak van Diderot was. Het lijkt alsof dat laatste hoofdstuk uit zijn leven niet meer het vertellen waard is. De details zijn niet zo belangrijk, zo blijkt ook wanneer ik naar de gevel van het vermeende geboortehuis van Diderot staar. Een gids verklapt me dat hij er alleen maar gewoond heeft en eigenlijk aan de overkant van het plein geboren is. De tekst op de gevel moeten we dus maar met een korreltje zout nemen.
Langres heeft gelukkig nog wel weer meer te bieden dan Diderot. Een wandeling langs de stadsmuren is heel interessant en mooi. Het groene landschap rond de stad wordt onderbroken door vier grote kunstmatige meren. Na een tijdje bereik ik 'La Tour de Navarre', de meest indrukwekkende toren van de stad. Buiten houdt een man in rode en zwarte klederdracht de wacht. In zijn hand rust een zwaar, houten geweer. Hij neemt me mee naar de top van de toren. Onderweg komen we geen trappen tegen in de brede gangen, want vroeger moesten ruiters met hun paarden naar boven kunnen rijden. Een prachtig, houten stelsel van balken vormt het dak van de toren, die overigens in erg goede staat verkeert. De eenzame soldaat toont bezoekers met plezier hoe zijn wapen werkt. Dat blijkt geen lachertje te zijn, er komt zelfs nog een lont bij kijken. De knal die uiteindelijk volgt, is oorverdovend en hult de toren in rook. Niet meteen hoe wij met onze monumenten zouden omgaan, maar de omwallingen van Langres kunnen wel tegen een stootje. Onderaan de toren wordt het historische verweven met het moderne: de nieuwste lichttechnologieën geven bezoekers een erg knap spektakel.
Ook buiten de muren was verdediging cruciaal. In de tientallen kilometers rond Langres duiken wel meer constructies op. Niet allemaal hebben ze de tand des tijds echter even goed doorstaan. Het kasteel van Pailly is de voornaamste restant van de Renaissance in de Champagne-Ardenne, maar het gebouw is dringend aan restoratie toe. Ook de tuin voor het kasteel ligt er eerder doods bij. De fontein in het midden is niet meer dan een cirkel met rode kiezelstenen en de plekken rond de tuin zijn met zeilen afgedekt. Wanneer de deur van het kasteel met veel moeite opengaat, wordt het zo mogelijk nog erger. Alles is zo erg aangetast dat het moeilijk is om als bezoeker de geest van het leven hier tijdens de Renaissance op te snuiven. Ook de overdreven gedetailleerde uitleg, die eveneens in het Nederlands beschikbaar is, kan weinig hulp bieden. Bij het verlaten van het kasteel blijkt een pasgetrouwd koppeltje stiekem door de kasteelpoort te zijn geglipt voor een mooie huwelijksfoto. Helaas worden ze streng verzocht het domein te verlaten, aangezien de Franse staat er eigenaar van is. Dus ook als romantische achtergrond mag het bijna 500 jaar oude kasteel geen dienst meer doen.
Dan is de abdij van Auberive een veel grotere aanrader. Aanvankelijk was dit het domein van monniken, maar later werd het een vrouwengevangenis. Ik heb het geluk om door de huidige eigenaar - de abt, zeg maar - te worden ontvangen. Jean-Claude Volot is een man die het gemaakt heeft in zijn leven. Ooit bezat hij geen stuiver, maar op 64-jarige leeftijd zit hij er warmpjes bij. Toch valt dat geen enkel ogenblik te merken tijdens een gesprek met Volot. Zijn onafscheidelijke kleindochter blijkt zijn belangrijkste bezit te zijn, terwijl hij de kunstwerken toont die tegenwoordig in een vleugel van zijn abdij worden uitgestald. Het domein staat vandaag volledig in dienst van kunst, cultuur, muziek en speciale evenementen. Bezoekers mogen door de gangen en zalen van de abdij wandelen en de uitleg hierbij is zelfs in het Nederlands voorzien. Volot neemt me vervolgens mee naar zijn 'cabinet de curiosités'. De man blijkt een verzamelaar en heeft zowat alles van beeldjes uit China en Afrika tot everzwijnkoppen aan de muur. De passie waarmee hij over ieder stuk in de tentoonstelling spreekt, is knap voor een man met zijn fortuin. En hoewel hij bijna de hele wereld gezien heeft, is Volot zijn roots in de Haute-Marne nog niet vergeten. De abdij lijkt op zijn oude dag zijn belangrijkste bekommernis te worden.
Langres zou niet tot de 50 mooiste Franse steden worden gerekend, als de lokale gastronomie niets te bieden had. Streekproducten worden met zorg aan bezoekers voorgesteld en ook in de restaurants krijgen ingrediënten uit eigen regio voorrang. Langres heeft bijvoorbeeld een eigen kaas, die prominent op kaasplankjes in menu's wordt aangeboden. De kaas heeft een uitgesproken karakter, maar is toch redelijk zacht, ideaal dus na een drie- of viergangenmaaltijd. Voorts wordt er veel gekookt met truffels en foie gras. In het najaar neemt wild de menu's in, momenteel kiezen chefs dan weer meer voor gevogelte. Terwijl kip bij ons toch heel vaak een eenvoudig gerecht is, kan je in de Haute-Marne veel alternatieve bereidingen leren kennen. Voorts krijg je er al eens een duifje op je bord. Ook vis is belangrijk in de Haute-Marne. Kwekerijen in de buurt voorzien onder andere in zalm en forel. Wie een voorkeur heeft voor zoete lekkernijen komt ook aan zijn trekken met cassis, honing en de lokale macarons.
Maar gastronomie in Frankrijk is pas compleet met een glaasje wijn en die heeft een hoofdrol in de streek die de poort tussen de Champagne en de Bourgogne vormt. Naast Champagne maken wijnboeren chardonnay en pinot. Ik bezoek de wijnkelder Le Muid Montsaugeonnais in Vaux Sous Aubigny. Beneden staan eiken vaten waar de oogst van 2011 aan de laatste maanden voor het bottelen bezig is. Boven wacht de wijnboer met de flessen voor de degustatie. Zoals het hoort drinkt hij zelf ook telkens een glaasje mee. Ik krijg onder andere Pinot en Chardonnay uit 2007 te proeven. Al gaat mijn voorkeur vooral naar de erg fruitige, witte wijn uit 2011. Uiteraard gaat niemand buiten zonder een paar nieuwe aanwinsten voor de eigen kelder. En als extraatje doet deze gastvrije wijnboer er nog een flesje bubbels gratis bovenop. Bierliefhebbers moeten overigens ook beslist eens langskomen, want tussen de collectie wijnen staan ook flessen op kurk van het lokale brouwsel La Choue. Een tripel, een bruin bier, een amber bier en zelfs een witbier. België is duidelijk niet ver weg.
Restaurantjes en logeermogelijkheden genoeg natuurlijk. In het centrum van Langres is Hotel du Cheval Blanc een aanrader. De kamers zijn heel mooi afgewerkt en dineren kan in het bijhorende restaurant Le Diderot. Wie de stad liever verlaat, moet zeker een tafel reserveren bij Auberge des Voiliers even buiten Langres. Het restaurant, waarboven ook enkele kamers beschikbaar zijn, biedt uitzicht over het Lac de la Liez, één van de vier meren rond Langres. Op de achtergrond vormt de historische stad bovendien een erg fraai decor. De borden zijn naar Franse normen opvallend goed gevuld. Ik waande me even in Groot-Brittannië, toen een soort 'meat pie' op mijn bord verscheen. Toch niet meteen iets voor een Frans klasserestaurant, denk je dan. De taart was echter gevuld met het vlees van duif en was misschien wel het beste gerecht dat ik tijdens mijn bezoek aan de Haute-Marne te eten kreeg. Het hoeft overigens niet duur te zijn om een lekker te eten, zo bewijst het restaurant Chez Françoise in Bannes, op een boogscheut van Langres. Voor slechts 12 euro kan je hier een driegangenmenu bestellen. En het gaat dan niet om een soepje en een croque, maar wel om volwaardige voor- en hoofdgerechten. Laat je vooral niet misleiden door bepaalde onderscheidingen zoals de Gault Milliau. Zo lunchte ik in Auberge des Trois Provinces in Vaux-sous Aubginy, vlakbij de wijnkelder. Hoewel de gids dit restaurant aanraadde, was het niveau eerder ondermaats te noemen. Een poging om konijn op een Provençaalse wijze te bereiden ging eerlijk gezegd de mist in. Dat doen wij Belgen dan toch nog een stuk beter.
Al dat moois ligt midden in de natuur. Op de meren kan je kiezen voor een tochtje met een kano of een wandeling langs het water. Maar ook met de fiets kan je lang rijden zonder veel bewoning of verkeer tegen te komen. Bovendien ligt alles niet zo ver van elkaar.
Na enkele uren tussen al dat groens kom ik aan in Cohons, waar tuinman Bruno klaar staat voor een wandeling door de tuin van zijn werkgeefster. Al snel komt ook de 85-jarige dame zelf tevoorschijn. Zonder de hulp van een wandelstok kuiert ze mee naar boven - de tuin loopt immers bergop. "Ik herinner me nog dat ik hier als kind in gespeeld heb", zegt ze wanneer we de vijver bereiken. Na de dood van haar echtgenoot is ze blijven wonen in het grote huis met haar enorme tuin. Bruno is natuurlijk altijd van de partij om haar te helpen, indien dat nodig zou zijn. De tuin is in twee stukken verdeeld: de linkerkant is iets klassieker met grasperken, een vijver en een paar beelden. De rechterkant is dan weer een klein bos met bomen die gemiddeld zo'n 180 jaar oud zijn. Er staat zelfs een exemplaar van meer dan 200 jaar tussen. Ze lijken even onverwoestbaar als hun eigenares, die fier verhalen blijft vertellen. "Mijn man kon als geen ander bomen omhakken. Hij kon tot op de centimeter bepalen waar de boom zou vallen." Af en toe geeft immers ook een boom van ouderdom de geest.
De tuin dateert van ergens rond 1660 en was het werk van de beroemde tuinarchitect André Le Nôtre, die tussendoor ook even de tuinen van Versaille aanlegde. Zijn hedendaagse opvolger Bruno doet er alles aan om de tuin even glorieus als weleer te houden. Wat opvalt, is het gebrek aan bloemen, maar dat heeft volgens Bruno te maken met de lange winter die een groot deel van de lente in z'n greep hield. Hier en daar duiken de eerste bloemetjes eindelijk op. Op de terugweg staat de eigenares klaar met appelsap en brioche, ook weer streekproducten waar ze trots op is. Haar kinderen lijken de Haute-Marne de rug toe te keren, maar voor haar en Bruno is die tuin het enige wat telt. Deze zomer wordt de tuin voor het grote publiek geopend. Vijf euro is op zich niet goedkoop voor een wandelingetje, maar de passie waarmee Bruno erover vertelt maakt veel goed. Wie geluk heeft, zal de tuinman misschien ontmoeten tijdens een bezoek. Maar opgelet, wanneer hij het woord neemt, verandert hij in een spraakwaterval die even oneindig stroomt als het water dan vanuit een bron door de hele tuin vloeit.
De Haute-Marne is ideaal voor een autovakantie, maar ook als stopplaats op weg naar het zuiden. Langres ligt op 471 kilometer van Brussel en biedt voor iedereen wat wils. Logeren kan tegen een redelijke prijs in één van de vele hotels of in een chambre d'hôtes. Wie zeker wil zijn van kwaliteit kan surfen naar de website van de Logis-hotels in de Haute-Marne.
KLIK HIER voor meer mooie foto's van dit Franse pareltje
Gratis onbeperkt toegang tot Showbytes? Dat kan!
Log in of maak een account aan en mis niks meer van de sterren.Lees Meer
-
TV3
Alles wat je moet weten over de finale van hitreeks ‘Succession’: wie volgt Logan Roy op?
-
Verdien je genoeg? Doe de test: dit is het gemiddelde in jouw sector en provincie
De Belg verdiende in 2022 gemiddeld 3.881 euro bruto per maand. Een stijging van 133 euro, want een jaar eerder lag dit gemiddelde nog op 3.748 euro. En toch daalt de tevredenheid wat betreft ons loonpakket. Dat blijkt uit het Salariskompas van Jobat. -
Livios
Hopen werk op de tuinkalender van juni: "Zeer belangrijk om snoeiafval goed op te ruimen”
Deze maand is extra druk voor (hobby)tuiniers: de moestuin draait op volle toeren, het onkruid plant zich razendsnel voort én er moeten hagen gesnoeid worden. Daarbovenop kan zomerdroogte al voor problemen zorgen. Bouwsite Livios vroeg tuinexpert Bart Verelst hoe je deze klussen best aanpakt. -