Reddingsteam helpt aangespoelde spitssnuitdolfijn opnieuw in Noordzee: “Maar het dier heeft sowieso weinig kans om te overleven”
De Haan-WenduineOp het strand tussen De Haan en Wenduine is vrijdagochtend een levende spitssnuitdolfijn aangespoeld. Na een interventie van het NorthSealTeam, de brandweer en redders kon het dier opnieuw de Noordzee in zwemmen. Jan Haelters van het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen vreest evenwel het ergste. “Een spitssnuitdolfijn is niet voor niets heel zeldzaam in de Noordzee”, zegt de marien bioloog, die vertelt wat je moet doen als het dier opnieuw zou aanspoelen.
Filip Vanden BergheLaatste update:29-07-22, 16:21
Een wandelaar zag de spitssnuitdolfijn vanochtend rond 8.15 uur langs het strand tussen De Haan en Wenduine ter hoogte van tramhalte Konijnenpad. Een vrijwilliger van NorthSealTeam, die in Wenduine woont, was als eerste ter plaatse. Nadien arriveerden ook de brandweer en Jan Haelters. “Het is heel belangrijk dat deze dolfijn rechtgehouden wordt in het water en dat zijn spuitgat vrijgehouden wordt zodat er absoluut geen zand in kan komen”, zegt NorthSealTeam-oprichtster Inge De Bruycker. Zij schat de kans groot dat het dier de komende dagen nog zal terugkeren naar het strand. In zo’n geval raadt ze de strandgangers aan om afstand te houden en meteen de hulpdiensten te verwittigen.
Jan Haelters verwijst graag naar het Zeezoogdierenrapport 2020, waarin we onder meer het volgende lezen: “De gewone spitssnuitdolfijn is in België zeer zeldzaam. Tot 2020 waren bij ons slechts vijf strandingen geregistreerd. Deze vonden plaats in augustus 1835 in Oostende, in augustus 1933 in Wenduine (moeder en jong), in augustus 1954 in De Panne (drachtig vrouwtje), in februari 1969 in Heist en in oktober 1972 in Bredene (moeder en jong). Al deze dieren spoelden levend aan. Ze werden op het strand gedood of ze stierven kort na de stranding. Het jong dat in 1972 samen met het moederdier strandde, werd overgebracht naar het dolfinarium van Harderwijk (Nederland) waar het nog enkele dagen in leven bleef.”
Aan de strandgangers die een spitssnuitdolfijn zouden zien, geef ik de raad om weg te blijven uit de buurt van zijn staart en bevestig ook geen touw aan die staart
Jan Haelters
Haelters is er zeker van dat het dier dat vrijdagochtend op ons strand aanspoelde, deel uitmaakt van een groepje spitssnuitdolfijnen dat op 19 juli in het Nederlandse Zandvoort opdook. “Ik schat zijn leeftijd tussen de 1 en 5 jaar, want het is zeker geen groot exemplaar. Het dier was niet zwaargewond, maar toch vrees ik dat het maar een kleine overlevingskans heeft”, zegt Haelters, die vreest dat de spitssnuitdolfijn de komende dagen waarschijnlijk dood zal aanspoelen in ons land, Nederland of Frankrijk. “Deze dieren komen niet voor niets normaal enkel voor in diepe zeeën. Twee jaar geleden werd een spitssnuitdolfijn opgemerkt in Nieuwpoort, maar die spoelde ‘s anderendaags dood aan in Wenduine.
“Aan de strandgangers die een spitssnuitdolfijn zouden zien, geef ik de raad om weg te blijven uit de buurt van zijn staart en bevestig ook geen touw aan die staart. In afwachting dat de hulpdiensten ter plaatse zijn, kan je het misschien wel ondersteunen aan de zijkant ter hoogte van de borstvinnen.”