Amerikaanse staat Oklahoma voert anti-abortuswet door

De nieuwe wet is qua handhavingsmechanisme vergelijkbaar met een wet die vorig jaar in Texas werd aangenomen, zo schrijft ‘The Washington Post’. Een bijzonder aspect is dat burgers rechtszaken kunnen aanspannen tegen mensen of organisaties die een abortus uitvoeren of dat van plan zijn. 

Iedereen die een abortus “uitvoert of induceert” of “bewust bezig is met gedrag dat de uitvoering of aansporing van een abortus helpt of aanmoedigt”, is strafbaar onder de wet. Ook wie betaalt of zelfs maar van plan is te betalen voor een abortus, is strafbaar.

Het beëindigen van een ​​buitenbaarmoederlijke zwangerschap valt niet onder de anti-abortuswet. Zwangerschappen veroorzaakt door verkrachting of incest mogen daarentegen niet worden afgebroken, tenzij van zulke incidenten al eerder aangifte was gedaan bij de politie.

Begin mei had Oklahoma al een wet aangenomen die abortus na zes weken illegaal maakt. Die ging bij het parlement bij nader inzien toch niet ver genoeg. Een dag daarvoor raakte bovendien bekend dat het Amerikaanse Hooggerechtshof de baanbrekende uitspraak in de zaak Roe versus Wade uit 1973 nietig wil verklaren. Met die uitspraak werd een federaal recht op abortus gegeven, waardoor in elke staat tenminste één kliniek moest bestaan waar vrouwen een abortus konden krijgen.

Als het hof de uitspraak vernietigt, is het aan de individuele staten om te bepalen of abortus wel of niet, en onder welke voorwaarden, mag plaatsvinden. Tientallen staten willen de abortuswetgeving aan banden leggen. Anderzijds zijn er ook verschillende staten die wetten hebben aangenomen die het recht op een abortus garanderen.