Vrouwen veroordeeld voor geweld tegen (stief)dochter: “Volledig buiten zinnen”

Het meisje, S., is de dochter van V. uit een eerdere relatie met een andere vrouw. In januari 2020 werd de toen 8-jarige S. plots met spoed opgenomen in het ziekenhuis omdat ze twee blauwe ogen had. In het ziekenhuis werden nog andere kneuzingen vastgesteld, aan de heup, schouders, knieën en oorschelpen, en artsen kwamen tot de vaststelling dat het kind mishandeld was. In een eerste verhoor beweerden V. en haar nieuwe partner K. van niets te weten, maar nadien gaf K. toe dat ze het meisje tot tweemaal toe geslagen had. De eerste maal zou het bij een duw gebleven zijn, de tweede maal was K. naar eigen zeggen volslagen buiten zinnen geweest en waren er meerdere slagen gevallen. 

Naast K. werd ook V. vervolgd omdat ze tegenover de politie zou gezwegen hebben, ook toen ze al vermoedde dat K. verantwoordelijk was voor de verwondingen van het meisje. “Ze heeft pas na de feiten beseft dat K. de dader zou kunnen zijn”, pleitte V.’s advocaat, die de vrijspraak vroeg. “Er is nooit een bewuste, opzettelijke beslissing geweest om geen hulp te verlenen.” K. pleitte wel schuldig. “Ze is zelf mishandeld als kind en kon niet onder ogen zien dat ze nu hetzelfde had gedaan”, zei haar advocate. “Daarom heeft ze lang moeite gehad met de begeleiding, maar nu accepteert ze die wel.” Beide vrouwen werden schuldig verklaard, K. aan opzettelijke slagen en verwondingen, V. aan schuldig verzuim.