De huidige regelgeving stelt dat verhuurders van auto’s met chauffeur niet mogen werken met bestellingen via geolocalisatie op een smartphone. Bovendien moet een contract minstens drie uur op voorhand gesloten worden. Concreet betekent dit dat chauffeurs van Uber niet langer bestellingen voor ritten mogen aanvaarden met hun smartphone. De beslissing zorgt niet alleen bij oppositiepartijen maar ook in meerderheidsrangen voor onbegrip en verdeeldheid.

“In plaats van archaïsche regels uit 1995 te willen handhaven, zouden we beter het oordeel van het Grondwettelijk Hof afwachten over Uber en de taxisector, zoals het Brusselse Hof van Beroep expliciet vraagt”, klinkt het bij Brussels financiënminister Sven Gatz. Staatssecretaris Pascal Smet sluit zich daarbij aan: “Smartphones en slimme technologie verbieden in 2021 is ‘te zot om los te lopen’", vindt hij. “We moeten het oordeel van het Grondwettelijk Hof over Uber & de taxisector afwachten en intussen aan een nieuw voorstel werken!”, aldus Smet.

CD&V-oppositielid Bianca Debaets snapt niet waarom de Brusselse regering economische vooruitgang en modernisering wil tegenhouden. “Uiteraard moet er een oplossing komen voor de huidige spanningsvelden in de taxisector en rond het feit dat Uber de sociale wetgeving negeert. Maar dat zal niet lukken door een innovatief en toekomstgericht bedrijf zomaar van het ene op het andere moment helemaal lam te leggen”, verklaart Debaets. 

“Terwijl Brussel een smart city wenst te zijn, beslist minister-president Vervoort dat een Uber bestellen via je smartphone niet meer mogelijk is”, zegt Brussels parlementslid Cieltje Van Achter (N-VA). “Ik zal minister-president Vervoort hierover ondervragen. De middeleeuwen liggen immers al een tijdje achter ons. Minister-president Vervoort zou beter werken aan een gedegen taxiplan en met oplossingen komen voor deze sector en haar chauffeurs.”